Wil je meer weten?
Wil je meer weten?
Hier vind je meer informatie over uiteenlopende thema's zoals belang van het kind, specifieke ondersteuningsbehoeften, nazorg, opvoeding, identiteit en herkomst.
Hoe komt het dat adoptiekinderen soms snel getriggerd raken en meteen een fight-flight-freeze-reactie geven?
Als er gloeiendheet water uit de kraan komt, trekken we snel onze handen terug. Als we op de fiets zitten en er plots een auto van rechts komt, remmen we of wijken we uit. Sommige mensen zullen verstijven of heel hard gillen als ze een grote spin zien. Andere mensen vallen flauw als ze bloed zien.
Als we ons in een gevaarlijke of acute stresssituatie bevinden, neemt ons overlevingsinstinct het over. Dit gebeurt spontaan: we roepen om hulp, vechten, vluchten of bevriezen zonder dat we de bewuste keuze maken om zo te reageren. Onze zintuigen pikken informatie op uit de omgeving en ons lichaam reageert hier razendsnel op.
De rol van ons autonoom zenuwstelsel
Het autonoom zenuwstelsel speelt hierin een belangrijke rol. Dit zenuwstelsel functioneert buiten onze wil om (vandaar de naam 'autonoom') en regelt een aantal onbewuste functies zoals hartslag, ademhaling en spijsvertering. Stephen Porges is een Amerikaans psychiater en neurowetenschapper die onderzoek deed naar de werking van ons autonoom zenuwstelsel, meer bepaald naar de nervus vagus. Hij ontwikkelde de polyvagaaltheorie. Volgens de polyvagaaltheorie brengt het autonoom zenuwstelsel ons lichaam in drie verschillende, neurofysiologische toestanden, afhankelijk van de mate van dreiging die we detecteren:
(1) Als we ons veilig voelen, treedt ons sociaal betrokkenheidsysteem in werking. Dit systeem verbindt de hersenen, het hart, de longen en het gezicht. Het zorgt ervoor dat we - onbewust - delen hoe we ons voelen door mimiek en intonatie te gebruiken en dat we ook de gevoelens van anderen kunnen inschatten door hun gelaatsuitdrukking en stemtoon af te lezen. Door hier vervolgens op in te spelen, ontstaat een gevoel van verbondenheid. Wanneer er gevaar is, wordt ons sociaal betrokkenheidssysteem als eerste geactiveerd. Door anderen te vragen om hulp, troost of steun proberen we een gevoel van veiligheid terug te brengen.
(2) Als er geen steun komt en de dreiging groter wordt, treedt er een ouder overlevingsmechanisme in werking: het sympatisch zenuwstelsel. Onze hartslag verhoogt, onze ademhaling versnelt en onze spieren krijgen extra suikers. Tegelijkertijd worden minder belangrijke functies, zoals ons spijsverterings- en voorplantingsstelsel, op een lager pitje gezet. Zo is ons lichaam klaar om te vechten of vluchten.
(3) Als er geen steun is en we ook niet kunnen vechten of vluchten, dan wordt het oudste verdedigingsmechanisme geactiveerd. Dit systeem verbindt de hersenen, het hart en de longen met alle organen die zich onder het middenrif bevinden, zoals de maag, nieren en darmen. Ons metabolisme vertraagt, onze hartslag daalt en onze ademhaling stokt. We bevriezen of verlammen in een ultieme poging om onszelf te beschermen. Soms gaat dit gepaard met dissociatie. Dit is het gevoel los te staan van je lichaam, alsof je er vanop een afstand naar kijkt.
De impact van geen of inadequate steun
Volgens de polyvagaaltheorie reageren we bij gevaar eerst en vooral vanuit ons sociaal betrokkenheidsysteem, onze ‘steunreflex’. Een baby zal instinctief troost zoeken bij een volwassene. Als die troost er komt, leren we dat anderen ons kunnen helpen om ons veilig en goed te doen voelen. Zo wordt ons sociaal betrokkenheidsysteem sterker, ontwikkelen we op sociaal vlak en weten we dat we in niet-levensbedreigende situaties niet moeten terugvallen op een fight-flight-freeze respons.
Echter, wanneer een baby of kind geen of inadequate steun (= niet afgestemd op het kind) ontvangt van een zorgfiguur zal het geen andere keuze hebben dan te vechten, vluchten of bevriezen. De ‘steunreflex’ wordt onderdrukt. Het lichaam leert niet dat anderen een bron van veiligheid kunnen zijn, maar leert om vanuit oudere verdedigingsmechanismen te reageren. Hierdoor zal het kind ook op latere leeftijd kiezen voor een fight-flight-freeze respons in plaats van te communiceren en verbinding te zoeken bij gevaar of stress.
Daarenboven kan een kind dat herhaaldelijke, langdurige of extreme stress heeft ervaren zonder adequate steun van een verzorgingsfiguur minder goed inschatten of iets al dan niet 'veilig' is. Het interpreteert signalen verkeerd (bijvoorbeeld: een neutraal gezicht wordt sneller gezien als een boos gezicht, het sociaal betrokkenheidsysteem is dan ook minder ontwikkeld) en raakt sneller 'getriggerd'.
Bevriezen als enige verdedigingsmechanisme
Net zoals vechten en vluchten, is bevriezen een automatisch verdedigingsmechanisme. Voor baby's of kinderen die geen of inadequate steun ondervinden vanuit de omgeving is de freeze-reactie vaak de enige manier om zichzelf te beschermen.
Als je merkt dat je adoptiekind regelmatig bevriest, verstart of verstijft, neem dan contact op met een hulpverlener gespecialiseerd in trauma. Deze hulpverlener kan helpen om triggers in kaart te brengen die een freeze-reactie uitlokken, leren hoe hiermee om te gaan alsook met je kind werken aan hetgeen er onderliggend speelt.
Wat kan je doen als je kind op het punt staat om te bevriezen?
Er zijn verschillende, zogenaamde 'aardingstechnieken' die je je kind kan laten doen of die je kind zelf kan doen als het voelt dat het wegglijdt:
Wat kan je doen als je kind bevriest?
Als je kind zich al in een freeze-toestand bevindt en je weinig of geen contact meer kan maken, blijf dan rustig.
Samen kunnen jullie ontdekken welke technieken werken en welke niet. Een hulpverlener kan jullie hierin bijstaan.
Tekst: Kristien Wouters, educatief medewerker