Contacteer ons of spring binnen op Raas van Gaverestraat 67b in Gent.

Ontdek onze groepsbegeleidingen, en evenementen.

Het laatste nieuws en interessantste weetjes over de wereld van adoptie.

Ontdek een hulpverlener bij jou in de buurt via deze handige adoptiekaart.

Wil je meer weten?

Hier vind je meer informatie over uiteenlopende thema's zoals belang van het kind, specifieke ondersteuningsbehoeften, nazorg, opvoeding, identiteit en herkomst.

Racisme en vooroordelen:

  • Samenvatting onderzoek: Adoptie microagressies (2016, 2024)
  • Omgaan met diversiteit bij adoptie
  • Webinar: Hoe ga je om met racisme?
  • Veelgestelde vragen over (anti)racisme (2025)

Bekijk alles

Vijf tips om antiracistisch te zijn (2025)

Hoe reageer je als iemand een racistische uitspraak doet? En hoe kan jij bijdragen aan een inclusieve samenleving als antiracist? Hieronder lees je vijf tips om antiracistisch te zijn!

1. Spreek iemand erover aan als die een racistische uitspraak doet of een racistische handeling stelt

Als je iemand op een racistische uitspraak of handeling wil aanspreken, kan je de 4G-feedbackmethode gebruiken (gebeurtenis, gevoel, gevolg, gewenst gedrag). Deze is gericht op verandering en zorgt ervoor dat de feedback constructief blijft.

Een voorbeeld:

  1. Gebeurtenis - wat gebeurde er concreet? "Tijdens de lunchpauze zei je dat mensen van [bepaalde etniciteit] [veralgemenende, beledigende term] zijn."
  2. Gevoel - hoe voelde je je daarbij? "Ik voelde me daar ongemakkelijk door, omdat ik vind dat iedereen respectvol behandeld moet worden."
  3. Gevolg - welk effect had dit? "Door die opmerking sloeg de sfeer in de groep om."
  4. Gewenst gedrag - wat zou je graag anders zien? "Ik zou het fijn vinden als je voortaan bewust bent van de impact van zulke uitspraken en ze niet meer doet."

Een ander voorbeeld:

  1. Gebeurtenis: "Als [X] mij [veralgemenende, beledigende term] noemen, merk ik dat je dat weglacht en er niet te zwaar aan tilt."
  2. Gevoel: "Maar dat kwetst mij, want ik word aangesproken op hoe ik eruit zie, terwijl ik daar niets aan kan veranderen."
  3. Gevolg: "Wanneer zulke opmerkingen zomaar kunnen passeren, voelt het alsof ik er alleen in sta en dat maakt het nog moeilijker."
  4. Gewenst gedrag: "Ik zou het fijn vinden als je dat niet meer weglacht, maar er iets van zegt."

Andere strategieën om iemand te wijzen op een racistische uitspraak of actie zijn:

Doorvragen om de ander kritisch te laten kijken naar de impact van zijn woorden/daden:

  • “Wat bedoel je daar precies mee?”
  • “Hoe kom je daarbij?”
  • “Hoe zou jij je voelen als iemand dat over jou zei?”

Educatief reageren om de ander te laten inzien waarom een uitspraak/handeling problematisch is, zonder direct te beschuldigen:

  • “Wist je dat die opmerking eigenlijk gebaseerd is op een stereotype? In werkelijkheid is [feitelijke uitleg].”
  • “Wist je dat die term niet meer gebruikt wordt? Het is niet inclusief, omdat …”

Humor gebruiken om de ander te laten merken dat een uitspraak/handeling ongepast is, zonder direct in de verdediging te schieten:

  • “Ahja, en jij zegt dat omdat jij iedereen uit [groep] kent?”

Het persoonlijk maken om de ander te laten inzien dat woorden/acties effect hebben op echte mensen:

  • “Ik vind het pijnlijk dat je dat zegt/doet, want ik ken mensen uit die groep en dat beeld klopt niet.”

Grenzen stellen om duidelijk te maken dat je het niet oké vindt:

  • “Zo’n opmerking is niet oké.”
  • “Dat is niet grappig.”

Houd er rekening mee dat je feedback op weerstand kan botsen bij de ontvanger: ‘Ik bedoelde dat niet slecht’, ‘Zo erg is dat toch niet’, ‘Je moet niet zo kwaad worden’, ‘Een mens mag al niets meer zeggen’, 'Niet alles is racisme' …

Dat brengt ons meteen bij de volgende tip!

2. Als iemand jou aanspreekt op een vorm van racisme, zeg dan: ‘Zo had ik het nog niet bekeken, bedankt om dit te zeggen.’

Het is logisch dat je in de verdediging wil schieten als je op een racistische uitspraak of actie wordt aangesproken. Maar de manier waarop jij reageert als je aangesproken wordt op racisme, laat zien hoe antiracistisch je bent.

Weerhoud je van gaslighting (= psychologische manipulatie waar je de ander doet twijfelen aan diens gezond verstand, bv. ‘Je denkt dat alles racisme is’) en tone policing (= antidebattactiek waarbij je de focus legt op de manier waarop iemand iets zegt in plaats van wat die zegt, bv. ‘Je moet niet zo gepikeerd doen’) (Lodik, 2021).

Luister naar de inhoud en zie het als een kans om iets bij te leren. Zelfs als je er op dat moment niet helemaal mee eens bent.

Mogelijke reacties als antiracist zijn (Lodik, 2021):

  • “Goed punt, daar had ik niet bij stilgestaan.”
  • “Bedankt om me daarop te wijzen, ik zal dat niet meer zeggen/doen.”
  • “Sorry, dat is waarschijnlijk ook niet zo fijn voor jou om mij daarop te moeten wijzen.”
  • “Interessant, dat wist ik niet. Ik ga me daarin verdiepen.”

En denk aan de uitspraak van Albert Einstein: “The more I learn, the more I realize how much I don’t know.” Fouten maken hoort erbij en het stelt je in staat om het de volgende keer anders aan te pakken.

3. Kies voor een taal die inclusief en respectvol is

Woordgebruik evolueert doorheen de tijd. Vaak als reactie op nieuwe inzichten en maatschappelijke veranderingen, en vooral wanneer het om groepen mensen gaat. Soms wordt een nieuw woord bedacht om een term die negatieve connotaties heeft te vervangen, maar raakt ook dat nieuwe woord later weer in onbruik (Mesman, 2021). Denk bijvoorbeeld aan de verschillende benamingen die er zijn geweest voor ouders die (gedwongen) afstand deden van hun kind.

De Inclusieve Woordenlijst van UNIA, de Woordenlijst Inclusief Taalgebruik van de VRT en het Gevoelig Lexicon van De Standaard geven advies over welke woorden je kan gebruiken om bepaalde groepen, mensen of werelddelen aan te duiden.

Daarnaast kunnen sommige uitdrukkingen in de Nederlandse taal, los van de intentie, als kwetsend of ongepast worden ervaren. Vermijd daarom taal die bepaalde bevolkingsgroepen stereotyperen of in een negatieve context plaatsen, zoals Chinese vrijwilliger, spreek ik Chinees?, met alle Chinezen maar niet met den deze, Oost-Indisch doof zijn of roken als een Turk.

Ook uitdrukkingen waarin de kleur zwart een negatieve of criminele lading krijgt, kunnen beter vermeden worden, stelt Unia. Denk aan het zwarte schaap van de familie, de zwarte piet toeschuiven, iemand zwart maken, zwartkijken, zwart geld en zwartrijden. Dit laat zien hoe diepgeworteld bepaalde denkpatronen in onze taal zitten.

4. Let op het perspectief van de media die je volgt

Verhalen en nieuwsitems worden vaak gemaakt door witte personen vanuit een wit perspectief. Hoewel mensen van kleur steeds vaker op het scherm verschijnen, blijft hun representatie beperkt in zowel schermtijd als thema’s, en wordt het verhaal vaak verteld vanuit een wit hoofdpersonage. Denk aan films zoals 'The Blind Side' en 'The Help', waarin mensen van kleur centraal staan, maar het verhaal vooral door een wit personage wordt gestuurd.

Dichter bij huis archiveert en analyseert Het Elektronisch Nieuwsarchief (ENA) van de Universiteit Antwerpen sinds 2003 alle nieuwsuitzendingen van 19 uur van VRT en VTM. ENA stelde vast dat de spreektijd van personen van kleur in het nieuws op beide omroepen laag is met 6 à 7 procent, terwijl ongeveer 16 procent van de Vlaamse bevolking bestaat uit personen met een afkomst buiten de EU. Bovendien komen personen van kleur vooral aan het woord als burger en zelden in de functie van politicus, expert of middenveld. Tenslotte ging het ENA na over welke thema’s het nieuwsitem gaat waarin personen van kleur aan het woord komen. Enkele stereotype thema’s zoals migratie, rechten en vrijheden, godsdienst en oorlog scoorden duidelijk hoger.

Wees dus kritisch op de media die je consumeert. Kijk bij voorkeur naar dingen waar er representatie is voor en achter de schermen. Zo krijg je een breder en genuanceerder beeld van de wereld.

5. Vermijd microkwetsingen

Microkwetsingen zijn kleine, alledaagse, soms heel subtiele vormen van racisme (Charkaoui, 2019). Het kan zowel om uitspraken als gedrag gaan. In de term 'microkwetsingen' staat de ervaring van de slachtoffers centraal. Ze worden echter ook 'microagressies' genoemd, waarbij de focus meer ligt op de (intentie van) dader.

Voorbeelden van microkwetsingen zijn:

  • “Van waar ben je (echt)?”
  • “Je spreekt al goed Nederlands.”
  • “Jij bent een van de goei.”
  • Iemand in het Engels aanspreken vanuit de veronderstelling dat die geen Nederlands begrijpt
  • De straat oversteken als een persoon van kleur je pad kruist

Microkwetsingen zijn vaak niet slecht bedoeld en lijken onschuldig. Ook de uitdrukkingen in onze vierde tip kunnen beschouwd worden als microkwetsingen. Opgeteld kunnen ze echter een grote impact hebben op de persoonlijke ontwikkeling. Ze vormen voor de ontvanger telkens een bevestiging dat men er niet bijhoort. Het is een subtiele vorm van uitsluiting (Charkaoui, 2019).

Bronnen:

  • Charkaoui, N. (2019). Racisme: Over wonden en veerkracht.
  • Lodik, C. M. (2021). Het antiracismehandboek.
  • Mesman, J. (2021). Opgroeien in kleur: Opvoeden zonder vooroordelen.

Tekst: Kristien Wouters

Publicatiedatum: februari 2025