Contacteer ons of spring binnen op Raas van Gaverestraat 67b in Gent.

Ontdek onze groepsbegeleidingen, en evenementen.

Het laatste nieuws en interessantste weetjes over de wereld van adoptie.

Ontdek een hulpverlener bij jou in de buurt via deze handige adoptiekaart.

Wil je meer weten?

Hier vind je meer informatie over uiteenlopende thema's zoals belang van het kind, specifieke ondersteuningsbehoeften, nazorg, opvoeding, identiteit en herkomst.

Verlies en rouw:

  • Paper over betekenis van onvruchtbaarheid bij adoptie (2012)
  • Rouw en verliesverwerking bij geadopteerden
  • De normale situatie bij adoptie volgens Johanne Lemieux

Bekijk alles

De normale situatie bij adoptie volgens Johanne Lemieux

Adoptieouderschap vertoont veel gelijkenissen met biologisch ouderschap. Toch zijn er een aantal extra's, want adoptieouders moeten omgaan met de noden die eigen zijn aan adoptiekinderen. Deze noden komen bovenop de noden die ieder kind heeft. Canadees adoptiemoeder en psychotherapeut, Johanne Lemieux, noemt het 'la normalité adoptive' of de normale situatie bij adoptie. Hoewel de situatie normaal of eigen is aan adoptie, vraagt ze blijvende aandacht van adoptieouders. Ook leerkrachten en hulpverleners houden best rekening met 'la normalité adoptive' wanneer zij werken met adoptiekinderen en -gezinnen om adoptiesensitief te kunnen handelen.

Lemieux is een expert op vlak van adoptie en schreef meerdere boeken over het thema. Ze heeft haar eigen praktijk en is gespecialiseerd in de behandeling van hechtingsstoornissen en trauma. In haar boek La normalité adoptive - Les clés pour accompagner l'enfant adopté ondersteunt ze (kandidaat-)adoptieouders in hun rol als ouder en geeft ze uitleg over 'la normalité adoptive'. Voor Lemieux omvat het alle fysieke, socio-emotionele en cognitieve uitdagingen die volgen op de specifieke levenssituatie van een kind voor, tijdens en na de adoptie. Het gaat over hoe het is om geadopteerd te zijn en wat daarbij komt kijken.

Wij gaan dieper in op vier kenmerken van 'la normalité adoptive' die de emotionele reacties van geadopteerden kleuren. Inzicht hierin stelt adoptieouders, leerkrachten en hulpverleners in staat om adoptiekinderen en volwassen geadopteerden beter te ondersteunen.

1. Een ongrijpbaar gemis

'Ik heb het gevoel dat ik iets mis, maar ik weet niet wat het is.' Het ervaren van een innerlijke leegte is een terugkerend thema bij geadopteerden. Het gaat om een ongrijpbaar, existentieel gemis dat heel aanwezig kan zijn. Sommige geadopteerden zijn ervan overtuigd dat dit gevoel verdwijnt als ze de kans zouden hebben om hun geboortefamilie te ontmoeten en alle informatie m.b.t. hun adoptie zouden hebben. In de praktijk blijkt dit echter vaak niet zo te zijn. Lemieux haalt aan dat de leegte groter is dan het gebrek aan informatie. Het gaat om een vroegkinderlijk trauma en enkel de geadopteerde zelf kan dit verwerken.

Sarah is 33 jaar. Ze voelt zich regelmatig futloos en 'leeg'. De ontmoeting met haar afstandsmoeder anderhalf jaar geleden heeft Sarah sterk geholpen, een boost gegeven, maar de afgelopen weken is het gevoel terug. Met haar psycholoog bespreekt Sarah hoe de relatie met haar afstandsmoeder nu is. Zo komt ze tot het inzicht dat de ontmoeting met haar afstandsmoeder haar niet geholpen heeft om de leegte te vullen, integendeel. Haar afstandsmoeder worstelt met een schuldgevoel en de relatie vraagt veel van Sarah. Sarah heeft het gevoel dat er bij haar afstandsmoeder geen plaats is voor het verdriet dat zij als adoptiekind heeft gekend. Samen met haar psycholoog grijpt Sarah de recente gebeurtenissen en inzichten aan om datgene te zoeken dat ze wél nodig heeft om met de leegte om te gaan. Een eerste stap daarin is erkenning. Niet alleen door Sarah zelf, maar ook door haar omgeving (waaronder haar afstandsmoeder): kan de leegte die Sarah voelt een gedeeld verhaal worden? Daarnaast helpen traumatherapie en relaxatieoefeningen Sarah om meer rust te vinden.

2. Versnipperde identiteit

Geadopteerden hebben soms het gevoel dat ze nergens thuishoren. Ze hebben een warm adoptiegezin, maar qua interesses zijn er weinig overeenkomsten. Ze voelen zich wit, maar hebben een ander kleurtje. Daarnaast zijn er veel ontbrekende puzzelstukken en onbeantwoorde vragen. Deze uitdagingen kunnen het voor een adoptiekind moeilijker maken dan voor een niet-geadopteerd kind om een stevige identiteit op te bouwen. De puberteit waarin belangrijke vragen als 'Wie ben ik?' en 'Wat wil ik worden?' een antwoord willen, kan hierdoor extra lastig zijn.

Esmee is 16 jaar en dubbelt haar vierde middelbaar Sociale en Technische Wetenschappen. Ze kan zich niet langer motiveren op school en worstelt met vragen over haar toekomst. Haar biologische vader en moeder zijn beginnen werken op hun 15 jaar. Esmee wil dit ook. Een masterdiploma zoals haar adoptieouders is toch niet haalbaar, denkt ze. Na een aanvaring met de leerkracht Nederlands die zei dat hij niet van plan was om Esmee er dit jaar wel door te laten, verandert Esmee van school. Haar ouders vinden het belangrijk dat ze dit jaar nog probeert uit te doen. De situatie wordt uitgelegd aan de directie van de nieuwe school. Esmee krijgt een leerlingbegeleider toegewezen en zit elke week kort samen met de klastitularis. Door de intensievere begeleiding, het geduld en het vertrouwen dat de leerkrachten tonen in haar capaciteiten, ervaart Esmee dat ze het anders kan en mag doen dan haar biologische ouders. Haar resultaten verbeteren en ze slaagt voor haar vierde middelbaar.

3. Kwetsbaar gevoel van zelfwaarde

Afgestaan worden door je biologische ouders kan diepe wonden slaan. Sommige geadopteerden worstelen (onbewust) met het idee dat ze het niet waard zijn om geliefd te zijn. 'Als zij mij niet eens de moeite waard vonden om voor te zorgen, wie dan wel?'  Ze schamen zich, voelen zich verantwoordelijk voor hun adoptie of twijfelen over hun bestaansrecht. Hun gevoel van eigenwaarde is hierdoor kwetsbaar. Ze zijn bang om opnieuw teleur te stellen en bijgevolg afgewezen te worden.

Simon is 27 jaar en binnenlands geadopteerd. Hij heeft een goedbetaalde job in een internationaal bedrijf. Ondanks zijn relatief jonge leeftijd krijgt hij een burn-out. In het gesprek met zijn psycholoog komt de prestatiedrang van Simon al snel aan bod. Wanneer zijn psycholoog vraagt waarom het zo belangrijk is dat hij presteert, antwoordt Simon: "Ik wil laten zien dat ik iets kan, dat ik iets waard ben. Niet zozeer tegenover anderen, maar vooral tegenover mezelf." Wanneer het adoptieverleden van Simon in een later gesprek aan bod komt, legt de psycholoog de link naar wat Simon eerder zei. Ze exploreren samen of de prestatiedrang van Simon kan voortkomen uit de gedachte van niet te voldoen en of dit gelinkt is aan het ‘afgestaan zijn’.

4. Moeilijke hechting

Adoptiekinderen kenden in het begin van hun leven relationele verliezen. De banden met de eerste ouders, pleegouders, verzorgsters in het tehuis … zijn een voor een verbroken. Hierdoor kan het opbouwen van nieuwe hechtingsrelaties tijd vragen. Adoptieouders zullen eerst voldoende basisveiligheid moeten bieden aan hun kind, bijvoorbeeld door sensitief-responsief te reageren, structuur te bieden en zich betrouwbaar op te stellen. Pas als die basisveiligheid er is, zal een kind zich durven toevertrouwen en kan er sprake zijn van hechting.

Benno is 6 jaar. Hij is enkele weken geleden in België toegekomen en moet naar de tandarts voor een controle. Benno is erg bang. Zijn adoptiepapa belt vooraf met de tandarts. Ze spreken af dat de tandarts eerst op een poster zal tonen aan Benno wat hij gaat doen en dat hij vervolgens tijdens het onderzoek opnieuw uitlegt wat hij precies aan het doen is. Hoewel Benno het tijdens de afspraak nog steeds lastig heeft, is het op deze manier wel gelukt om hem een gevoel van controle te geven dat hij in deze fase nog erg nodig heeft om zich veilig te kunnen voelen.

Tekst: Kristien Wouters, educatief medewerker