Wil je meer weten?
Wil je meer weten?
Hier vind je meer informatie over uiteenlopende thema's zoals belang van het kind, specifieke ondersteuningsbehoeften, nazorg, opvoeding, identiteit en herkomst.
Het referentiekader van de wetgeving omtrent adoptie in België is het Haags Adoptieverdrag.
In 1993 hebben 66 landen in Den Haag een verdrag gesloten over samenwerking op het gebied van interlandelijke adoptie, waaronder ook België. Al deze landen hebben afspraken gemaakt over adoptie, waarbij het belang van het kind centraal staat.
Dit bracht een grote hervorming van adoptie met zich mee, die uiteindelijk in september 2005 van kracht ging.
De bij het Haags Adoptieverdrag aangesloten landen volgen allemaal dezelfde procedure bij adoptie en hebben afspraken gemaakt over wie wel en wie niet mag bemiddelen. Landen zijn evenwel vrij om extra eisen of voorwaarden te stellen.
De belangrijkste principes van het Verdrag zijn: het aanstellen van een centrale autoriteit, adoptabiliteit, subsidiariteit en de geschiktheid controleren van de kandidaat-adoptanten.
Centrale autoriteit
De centrale autoriteit moet zich akkoord verklaren bij elke adoptie. Iedereen die wil adopteren, moet deze instantie raadplegen. In Vlaanderen is dat het Vlaams Centrum voor Adoptie (VCA), in Wallonië het Autorité Centrale Communautaire (ACC). Brusselaars kunnen kiezen tot welke autoriteit ze zich wenden.
Adoptabiliteit
Adoptabiliteit houdt in dat het herkomstland van het kind een grondige screening moet doen waaruit al dan niet besloten kan worden dat adoptie in het belang is van het kind. Enkel wanneer dit het geval is, kan het kind geadopteerd worden. Elke van het kind verwante persoon moet uit vrije wil de goedkeuring geven voor adoptie en moet volledig op de hoogte zijn van de gevolgen.
Subsidiariteit
Het subsidiariteitsprincipe bepaalt dat er eerst gezocht wordt naar andere oplossingen vooraleer adoptie een mogelijkheid wordt. De minder ingrijpende maatregelen zijn o.a. hulp bieden aan de biologische ouders, waardoor ze toch zelf hun kind kunnen opvoeden, adoptie door familieleden, adoptie in het geboorteland zelf … Kortom: interlandelijke adoptie mag alleen voorkomen als het kind er het meeste voordeel uit haalt en als zijn fundamentele rechten niet geschonden worden.
Geschiktheid controleren van de kandidaat-adoptanten
Het ontvangende land moet op zijn beurt de kandidaat-adoptieouders doorlichten. Enkel bekwame kandidaten kunnen een kind adopteren.
Lees hier het Haags Adoptieverdrag.