Wil je meer weten?
Wil je meer weten?
Hier vind je meer informatie over uiteenlopende thema's zoals belang van het kind, specifieke ondersteuningsbehoeften, nazorg, opvoeding, identiteit en herkomst.
Hieronder lichten we twee modellen toe die in de klinische praktijk vaak gebruikt worden om inzicht te geven in het brein, stress en trauma's. De werking van ons brein en lichaam is complex. De modellen zijn dan ook vereenvoudigde, deels theoretische modellen over de werking van ons brein. Toch kunnen eenvoudige modellen ons helpen om zicht te krijgen op hoe het brein reageert op stress en trauma. Inzicht daarin biedt namelijk veel houvast. Op het einde van het artikel geven we een voorbeeld.
Volgens de ‘triune brain’ theorie (triune betekent 3-in-1) van Paul MacLean (1952, 1990), een Amerikaans neurowetenschapper, bestaat ons menselijk brein uit drie delen die overeenkomen met verschillende stadia van evolutionaire ontwikkeling:

Credits: Designua
Het reptielen- en zoogdierenbrein samen noemen we het emotionele brein. Het is de taak van ons emotionele brein om ons welzijn en onze veiligheid in de gaten te houden. Dit gebeurt onbewust.
In het dagelijks leven is het meestal prettig als het mensenbrein de leiding heeft. Bij stress of gevaar neemt het emotionele brein echter de regie over. Dan reageren we vanuit instinct (reptielenbrein: vechten-vluchten-bevriezen) of vanuit emoties (zoogdierenbrein). Pas wanneer die delen tot rust komen, kan het mensenbrein zijn rol weer opnemen en kunnen we nadenken, leren en in gesprek gaan.
Hoewel het driedelige breinmodel van MacLean de wetenschappelijke toets niet doorstaat (bv. het is geen accuraat model voor de evolutie van onze hersenen en onderbelicht de sterke verbondenheid tussen de verschillende delen van het brein), is het een bruikbaar hulpmiddel om op eenvoudige manier stressreacties (zoals vechten, vluchten en bevriezen) te begrijpen en te helpen plaatsen.
Bruce D. Perry, ook een Amerikaans neurowetenschapper en psychiater, geeft onze hersenen weer als een omgekeerde driehoek met vier lagen, waarbij onze hersenen zich van onder naar boven ontwikkelen:
Dit model stelt dat elke ervaring van onder naar boven wordt verwerkt, via de driehoek omhoog. Om bij het bovenste, ‘slimme’ deel te geraken, moeten we eerst door het lagere, ‘niet zo slimme’ deel heen. Zo ontstaat er een steeds uitgebreidere en gedetailleerde versie van de ervaring. Omdat de lagere delen van ons brein de zintuiglijke informatie als eerste opvangen, kunnen zij ook als eerste reageren. Met andere woorden: we reageren en voelen vóór we bewust nadenken.
Het model laat ook zien dat eenzelfde ervaring verschillende reacties kan oproepen in de verschillende delen van het brein. In een stresssituatie kan de onderste laag bijvoorbeeld je hartslag versnellen, de tussenhersenen je lichaamshouding aanpassen, het limbisch systeem een gevoel van angst oproepen en de cortex je helpen om de juiste woorden te vinden.
Welke laag de leiding neemt, hangt af van onze toestand. Afhankelijk van de staat waarin we verkeren, vindt er een verschuiving plaats in de delen van de hersenen die de controle hebben. Over het algemeen geldt dat hoe meer spanning of dreiging we ervaren, hoe minder toegang we hebben tot het slimme deel van onze hersenen. Bij angst of hevige stress nemen de lagere systemen de regie over, waardoor we minder probleemoplossend kunnen denken en meer gestuurd worden door overlevingsreacties.
S. werd geadopteerd op 4-jarige leeftijd. Vanaf het begin van haar leven stond ze onder grote druk: een onveilige situatie voorafgaand aan haar adoptie, het gevoel van afgewezen zijn, op niemand echt kunnen vertrouwen, meerdere keren weggehaald worden uit haar vertrouwde wereld en terechtkomen in een wereld die compleet vreemd is …
Omdat het brein in de eerste levensjaren volop in volle ontwikkeling is, hebben deze ervaringen een onevenredig grote invloed gehad op hoe haar brein zich organiseerde. Al in de baarmoeder zijn de lagere delen van ons brein bezig met het sorteren en opslaan van ervaringen. Na de geboorte blijft ons brein verbanden leggen tussen zintuiglijke prikkels en gevoelens, en worden deze bewaard in ons geheugen. Zo ontstaat er een ‘persoonlijk codeboek’ dat helpt om de wereld te begrijpen. Voor het ene kind betekent oogcontact: ‘Ik ben belangrijk, jij ziet mij staan.’ Voor S. betekent het: ‘Ik moet oppassen, er kan iets gevaarlijks gebeuren.’
Elk deel van het brein en elk biologisch systeem in je lichaam kan veranderen door ervaringen. Deze veranderingen worden niet alleen bepaald door de gebeurtenis, maar ook door andere factoren zoals genetische kwetsbaarheid, de ontwikkelingsfase waarin de gebeurtenis plaatsvond en beschermende factoren op dat moment.
Bij S. zorgde de chaos, angst en onvoorspelbaarheid in haar beginjaren ervoor dat haar stressresponssysteem gevoeliger werdt. Het treedt sneller in werking dan bij kinderen die een stabielere start hebben gehad (cf. de window of tolerance van S. is kleiner).
Een concreet voorbeeld: wanneer de leerkracht S. aanspreekt op een fout bij een rekenopgave, komt die informatie eerst in de lagere delen van haar brein binnen. Daar wordt de info gekoppeld aan eerdere traumatische herinneringen. Voor S. activeert dit haar stressrespons: ze bevriest, kan niet meer nadenken en is niet in staat om na te gaan waar de fout zit. Ook wanneer de juf haar wil helpen, krijgt ze geen woord uitgebracht. Haar ademhaling versnelt en ze voelt haar hart kloppen in haar keel.
S. heeft deze reactie vanuit haar emotionele brein niet onder controle. Het gebeurt niet uit vrije wil. Het is een beschermingsmechanisme dat ooit adaptief was, maar nu maladaptief.
Voor S. en haar leerkracht is deze respons verwarrend. S. heeft geen duidelijk narratieve herinnering om haar reactie te verklaren, omdat haar neurale netwerken destijds nog niet rijp waren om een narratief geheugen te vormen (wie, wat, wanneer, waar). De lagere delen van haar brein legden een associatie, maar de paniek bij S. voelt voor haar als iets willekeurig, iets dat losstaat van een eerdere ervaring.
Pas wanneer S. tot rust kan komen (vaak met hulp van anderen die kalm nabij blijven), bereikt de informatie haar cortex en kan ze weer nadenken en handelen.
Is deze tekst herkenbaar voor jou en zoek je ondersteuning? Neem contact op met een nazorgmedewerker van Steunpunt Adoptie. We bekijken wat we voor jou kunnen betekenen en/of zoeken naar een goede doorverwijzing.
Bron/leestip: Wat is je overkomen? Gesprekken over trauma, veerkracht en herstel. - O. Winfrey & B. Perry
Tekst: Kristien Wouters & Katherine D'Hoore
Laatst aangepast: september 2025