Wil je meer weten?
Wil je meer weten?
Hier vind je meer informatie over uiteenlopende thema's zoals belang van het kind, specifieke ondersteuningsbehoeften, nazorg, opvoeding, identiteit en herkomst.
‘Een kind krijgen’ betekent iemand nieuw opnemen in het gezin. Een persoon met een eigenheid: een eigen karakter, eigen wil, eigen noden, eigen kenmerken … Of het nu gaat om de geboorte van een baby of de adoptie van een kind, kinderen komen met een eigen rugzak.
Vooral bij baby’s wordt vaak verwacht dat je die kan maken en 'kneden' naar je eigen wil. Dit klopt niet. Soms lijkt een kind op het kind waarvan ouders droomden. Soms helemaal niet. Hopelijk past de volwassene zijn/haar droombeeld aan eens het reële kind er is en evolueren droom en realiteit samen. Dit heeft niets met adoptie op zich te maken, maar met het aanvaarden van een kind in al zijn/haar aspecten, of het nu een biologisch eigen of een geadopteerd kind is.
Een nieuw kind in een gezin betekent dat er weer meer diversiteit aanwezig is binnen het gezin. Elke persoon is uniek en elk aspect van zijn/haar identiteit moet erkend worden. Bij adoptiekinderen is die diversiteit of eigenheid nog explicieter dan bij biologisch eigen kinderen.
Uit de literatuur blijkt dat het welslagen van adoptie veeleer te maken heeft met het kunnen omgaan met en openstaan voor diversiteit door adoptieouders (accepteren van de adoptiestatus, rekening houden met de eigenheid van het kind, respecteren van de achtergrond van het kind …) dan met de leeftijd van het kind bij de plaatsing, samenstelling van het gezin, geslacht van het kind, huidskleur of land van herkomst.
Vanzelfsprekend heeft de mate waarin het kind en de ouders zich kunnen hechten aan elkaar ook een grote invloed op de relatie tussen beide. Maar aan de basis van het gehechtheidsproces ligt het respect voor de eigenheid van het kind.
Het kind moet het gevoel hebben dat het er mag zijn in al zijn/haar aspecten. Als de geadopteerde het gevoel krijgt dat hij/zij zich eerst moet aanpassen en een aantal zaken moet verliezen vooraleer hij/zij geaccepteerd wordt, is dit niet opbouwend voor de gehechtheidsrelatie en het eigenwaardegevoel.
(Adoptie)kinderen ontwikkelen hun identiteit naargelang ze ouder worden. Identiteit is geen constant gegeven: er komen steeds nieuwe aspecten bij of sommige aspecten veranderen in waarde tijdens bepaalde levensfasen. Zo kan bijvoorbeeld het ‘afgestaan zijn’ op bepaalde momenten in het leven een essentiële rol spelen, terwijl op andere momenten dit aspect geen aandacht krijgt.
Adoptiekinderen beginnen hun leven in een bepaald gezin, land, cultuur, klimaat … binnen bepaalde omstandigheden. Op een bepaald moment worden zij naar een ander gezin, land, cultuur, klimaat … overgebracht en beginnen een heel nieuw leven.
Een aantal aspecten van hun identiteit nemen zij mee, terwijl een aantal andere verloren gaan. Zij behouden bijvoorbeeld de fysieke kenmerken, terwijl ze hun moedertaal verliezen, vaak tot hun grote spijt. Voor sommige kinderen blijft de voorgeschiedenis onbekend, terwijl anderen een uitgebreid dossier meekrijgen en eventueel contact met geboorteouders onderhouden.
Hoe zij met (het gemis van) deze voorgeschiedenis omgaan, hangt af van verschillende factoren (temperament, interesse, reacties van omgeving …). Wat gemeenschappelijk is voor alle adoptiekinderen is dat hun voorgeschiedenis een deel blijft uitmaken van hun identiteit. En deze kan op verschillende tijdstippen in het leven, afhankelijk van persoon tot persoon een verschillende rol spelen.
Ouders en begeleiders kunnen de gedachten, de gevoelens en het gedrag van kinderen beïnvloeden, zodat ze zich sterk voelen om negatieve invloed te weerstaan die vooroordelen en racisme op hun ontwikkeling kunnen hebben. Louise Derman-Sparks (Anti-bias Education for Young Children and Ourselves, 2010) beschrijft 4 doelstellingen die essentieel zijn bij het opvoeden van kinderen in een diverse samenleving.
1. Stevig, positief zelfbeeld helpen opbouwen
Voor het ontwikkelen van een positief zelfbeeld, is het van belang dat kinderen alle aspecten van hun identiteit gewaardeerd weten. Dat wil zeggen dat elk aspect van hun identiteit als normaal en oké gezien wordt door hun omgeving.
Bijvoorbeeld: het behoren tot een adoptiegezin. Als je geen enkel ander adoptiegezin of andere diversiteit in gezinsvorm kent, krijg je het gevoel dat je een uitzondering bent, een 'raar geval'. Door contact met andere adoptiegezinnen of andere gezinsvormen krijg je de boodschap dat jouw gezin één van de verschillende soorten gezinnen is, en dus een volkomen normaal gegeven.
Het is dus van belang dat kinderen alle aspecten van hun identiteit kunnen terugvinden in hun omgeving. Ouders kunnen zorgen dat zij zich niet steeds in een uitzonderingspositie bevinden door hieraan aandacht te geven.
Zo kunnen zij boeken/films uitkiezen waarin kinderen of rolmodellen met de huidskleur van hun adoptiekind in afgebeeld staan. Ouders kunnen ook zorgen voor contacten met andere geadopteerden, elementen uit het geboorteland (kunst, eten, gebruiken) in het gezin integreren ... Ook de keuze van crèche of school kan bepalen in welke mate kinderen in contact komen met diversiteit en zich al dan niet kunnen herkennen in hun omgeving.
2. Leren met verschillen omgaan
Door kinderen te leren dat iedereen onderdeel is van een geheel, en verschillen en diversiteit in de dichte en ruime omgeving te benoemen zonder waardeoordeel, leren kinderen dat er ondanks de verschillen er heel veel gelijkenissen zijn tussen verschillende mensen en dat verschillen niet gaan om beter of slechter.
3. Kritisch leren denken over vooroordelen
Als ouder kan je kinderen kritisch leren denken over vooroordelen door aandacht te geven aan onjuiste afbeeldingen, stereotypen en vooroordelen waaraan kinderen worden blootgesteld. Het kan gaan om vooroordelen op vlak van entniciteit, gender, gezinsvorm, handicap/beperking, enz.
Belangrijk daarbij is dat adoptieouders zich bewust zijn van hun eigen vooroordelen en zelf geen stereotypen hanteren, ook niet als die geen onmiddellijk verband hebben met de afkomst van hun kind. Sta dus stil bij vooroordelen die je zelf hebt, want deze vooroordelen kunnen (onbewust) een rol spelen in de opvoeding van de kinderen.
Respect voor de herkomst van je adoptiekind (geboortemoeder & -vader, land, cultuur, bevolkingsgroep …) is essentieel. Deze blijven immers deel uitmaken van zijn identiteit.
4. Stimuleren om voor zichzelf en anderen op te komen
Adoptieouders kunnen kinderen steunen door mee actie te ondernemen tegen vooroordelen. Zo leren kinderen dat ze mogen optreden tegen vooroordelen en dat zij er zelf ook een actieve rol in kunnen spelen.
Tekst: Katherine D’Hoore
Publicatiedatum: augustus 2017