Samenvatting onderzoek: Adoptie microagressies (2016, 2024)
Ken jij je echte ouders? Zocht je al naar hen? Je hebt chance dat je geadopteerd bent! Jij en je adoptieouders horen bij elkaar!
Deze vragen en uitspraken worden door geadopteerden en andere adoptiebetrokkenen vaak als opdringerig, vervelend, ongepast of ongewenst ervaren. Dr. A. Baden (2016, 2024) noemt ze dan ook ‘adoptie microagressies’. Hieronder lichten we de theorie rond ‘adoptie microagressies’ toe en geven we implicaties voor de praktijk.
Microagressies
‘Microagressies’ zijn kleine, alledaagse, vaak heel subtiele vormen van beledigingen of vernederingen, bewust of onbewust, die de groep van mensen op wie ze betrekking hebben onderdrukt (bv. mensen met een bepaalde huidskleur of etniciteit, seksuele oriëntatie) (Pierce et al., 1978; Sue et al., 2007).
Het woord ‘micro’ verwijst hier naar het niveau waarop de agressies plaatsvinden, nl. in interacties tussen individuen of groepen. Een onderscheid wordt gemaakt tussen: microaanvallen (microassaults), microinvalidaties (microinvalidations) en microbeledigingen (microinsults) (Sue et al., 2007).
Vertaald naar het Nederlands worden ‘microagressies’ soms ook ‘microkwetsingen’ genoemd om de ervaring van het slachtoffer centraal te plaatsen, eerder dan de focus te leggen op de dader (Charkaoui, 2019). Dit is volgens ons een passende vertaling: het woord ‘agressie’ wordt doorgaans geassocieerd met intentioneel geweld, terwijl microagressies ook goedbedoelde opmerkingen of oprechte vragen zonder een bewust oordeel kunnen zijn (Charkaoui, 2019). Echter, zoals het kader rond microagressies aanhaalt, kunnen ook deze uitspraken en vragen de capaciteiten, prestaties of status van een groep minimaliseren, devalueren of wegwuiven en die groep daardoor onderdrukken, waardoor het microagressies zijn (Sue et al., 2007).
Een voorbeeld van een microagressie op basis van huidskleur of etniciteit (die transetnisch geadopteerden ook geregeld krijgen) is de vraag: ‘Ga je nog vaak terug naar je thuisland?’ Dit lijkt op het eerste zicht mogelijk een onschuldige vraag, maar is tegelijkertijd een bevestiging dat men er niet bij hoort, een subtiele vorm van uitsluiting (Charkaoui, 2019).
Adoptie microagressies
Baden (2016) past het kader over microagressies toe op adoptiegerelateerde ervaringen binnen de theorie en literatuur van adoptiestigma (i.e. bevooroordeelde en veroordelende attitudes t.o.v. adoptie en adoptiegerelateerde kwesties, zoals de overtuiging dat geadopteerden wel moeten zoeken naar hun geboorteouders om zich ‘compleet’ te kunnen voelen of stereotype beelden over geboorteouders). Zo komt Baden tot het concept van ‘adoptie microagressies’, waarlangs het adoptiestigma tot uiting komt.
‘Adoptie microagressies’ definieert Baden (2016) als ‘veelvoorkomende kleineringen, beledigingen en vernederingen die bijna dagelijks kunnen voorkomen, zowel bewust als onbewust, en die adoptiegerelateerde en biologisch gerelateerde oordelen, minachtingen of kritiek over adoptie, pleegzorg of het afstaan van een kind bevatten’ (p. 7).
Deze worden door eerste ouders, geadopteerden, adoptieouders en andere adoptiebetrokkenen ervaren, maar soms ook door hen geuit (bv. een grootouder die de kleinkinderen voorstelt als ‘dit is ons geadopteerd kleinkind en dit is ons bloedeigen kleinkind’, een adoptieouder die aangeeft een voorkeur te hebben voor interlandelijke adoptie, omdat de geboorteouders dan minder in beeld zijn).
Vier categorieën van adoptie microagressies
Er zijn vier categorieën van adoptie microagressies. Drie zijn gebaseerd op microagressies op basis van huidskleur en etniciteit (Sue et al, 2007): microaanvallen, -invalidaties en -beledigingen. Een vierde type voegt Baden (2016) toe voor de context van afstand en adoptie: microficties (microfictions).
-
Adoptie microaanval: een openlijke, expliciete aanval die verbaal of non-verbaal kan zijn en die bedoeld is om te kwetsen door middel van scheldwoorden, vermijdend of uitsluitingsgedrag, of opzettelijke onderdrukkende handelingen. Voorbeeld: een geadopteerde leerling plagen/pesten met zijn adoptiestatus.
-
Adoptie microinvalidatie: verbale of non-verbale vormen van communicatie die de gedachten, gevoelens of ervaringen van adoptiebetrokkenen weert, ontkent, ontkracht of minder waardevol maakt; dit type van adoptie microagressies wordt het meest meegemaakt door adoptiebetrokkenen. Voorbeeld: de vraag of de geadopteerde zijn ‘echte’ ouders kent, waarbij de impliciete boodschap wordt gegeven dat genetische verwantschap superieur is aan andere types van verwantschap, of omgekeerd: de opmerking dat het niet nodig is om te zoeken naar biologische familieleden, omdat men in een warm adoptiegezin terechtkwam.
-
Adoptie microbelediging: attitudes, boodschappen en andere vormen van communicatie die subtiele, onbeleefde, kleinerende of ongevoelige opvattingen bevatten over afstand, adoptie en pleegzorg. Voorbeeld: de uitspraak dat het zo lief was van de adoptieouders dat zij geadopteerd hebben, wat het beeld van geadopteerden als ‘ongewenst’ en adoptieouders als ‘redders’ impliceert.
-
Adoptie microfictie: onwaarheden en verhalen die over adoptie gecreëerd worden en de echte, geleefde adoptie-ervaring ontkent of verkeerd voorstelt, of nog: narratieven die gedeeld en verborgen worden en die geheimhouding binnen afstand en adoptie bepalen en eraan bijdrage. Voorbeeld: niet vertellen dat een kind geadopteerd is, adoptie voorstellen als een win-winsituatie waarbij het verlies dat onlosmakelijk verbonden is met adoptie wordt vergeten.
Dertien thema’s van adoptie microagressies
Binnen deze vier categorieën worden verschillende thema’s van adoptie microagressies (Garber & Grotevant, 2015; Baden, 2016) geïdentificeerd voor zowel geadopteerden, eerste ouders als adoptieouders.
De dertien thema’s die Baden aanhaalt in haar oorspronkelijk artikel (2016) op basis van een review van bestaande literatuur, zijn:
-
Genetische verwantschap is superieur/de norm. Voorbeeld: ‘hoe kan je je kind afstaan? je kind hoort bij jou en niet bij vreemden’
-
Geadopteerden zijn probleemkinderen. Voorbeeld: ‘soms vragen mensen me of ik niet bang ben van mijn geadopteerde zoon’
-
Geadopteerden moeten dankbaar zijn. Voorbeeld: ‘hij heeft geluk gehad dat hij geadopteerd werd’
-
Geadopteerden bevinden zich in een cultureel limbo. Voorbeeld: ‘waarom spreek jij geen [taal van herkomstland]?’, een werkgever die een witte sollicitant had verwacht op basis van de naam
-
Schandelijke/onbekwame eerste ouders. Voorbeeld: ‘welke type van vrouw staat haar eigen kind af?’
-
Eerste ouders zijn onbelangrijk. Voorbeeld: 'je moet dat kind proberen vergeten en verdergaan met je leven'
-
Pseudo/onbekwame adoptieouders. Voorbeeld: ‘kon je dan zelf geen kinderen krijgen?’
-
Adoptieouders als altruïstische redders. Voorbeeld: ‘wat fantastisch dat je die kinderen hebt geadopteerd!’
-
Culturele filantropie. Voorbeeld: ‘je bent hier veel beter af dan dat je daar in armoede zou moeten opgroeien’
-
Handel in adoptie. Voorbeeld: ‘hoeveel heb je betaald voor de adoptie?’
-
Adoptie is een win-win. Voorbeeld: ‘het was voorbestemd dat jij in ons gezin zou terechtkomen’
-
Liefde is genoeg. Voorbeeld: 'alles komt in orde, zolang je die kinderen maar genoeg liefde geeft'
-
Infantiliseren van geadopteerden en eerste ouders. Voorbeeld: volwassen geadopteerden waarnaar verwezen wordt als ‘adoptiekind’, verzegelde/aangepaste geboorteaktes die geadopteerden en eerste ouders ‘beschermen’ tegenover elkaar en waarbij geïmpliceerd wordt dat zij zelf geen goede contactregeling tot stand zouden kunnen brengen.
Adoption Microagression Scale
Om adoptie microagressies tegenover geadopteerden in kaart te brengen, ontwikkelden Baden & Kim (2024) een meetinstrument, genaamd de ‘Adoption Microagression Scale’. De schaal bevat 23 items te scoren op een 5-punt Likertschaal (0 = Not at all, 1 = A little, 2 = Moderately, 3 = Quite a bit, 4 = Extremely). De 23 items zijn:
-
I have often heard that I was given a better life here in America.
-
I’ve heard that if there are problems in adoptive families, it’s usually the adopted child’s fault and not the parents.
-
I have been asked if I know who my real parents are.
-
People have assumed that my real parents gave me up because they were poor, and they had gender-based biases.
-
People tell me that I was meant to be my adoptive parent(s) child.
-
I’ve heard that birth parents are usually young, naive, and not ready to be parents.
-
I’ve often heard that adoptees lives would be worse if they stayed in their birth country/community.
-
I am told that adoption solved our problems--my parents needed a child, I needed a home, and my birth parents needed someone to raise me.
-
People have asked why my parents gave me up implying that there was something wrong with me.
-
People say that transracial adoptive parents don’t see color and love is enough.
-
I’ve been told that birth parents usually have substance abuse issues, were sex workers, or were uneducated.
-
People say adoptive parents have done a wonderful thing and are good people.
-
People say that they always wanted to adopt but also want to have children of their own.
-
People say that most adoptive parents are rich and privileged.
-
I have heard that if you can’t have children naturally, then you can always adopt a child because there are so many that are unwanted.
-
People have said what a wonderful thing birth parents have done by placing their children for adoption.
-
I am told that I should be behave well and be grateful for my adoptive parents.
-
I’ve heard that birth parents abandon their children and don’t want to ever see them again.
-
I have been told that I was lucky to have been adopted.
-
I have seen that adoption agencies charge more to adopt some babies (e.g., white) than others (e.g., brown).
-
I have heard that transracial adoptees feel like they don’t fit into any group because they’re not really white and not really passing members of their ethnic group.
-
I have heard that problems with abortion rights aren’t real because pregnant women should just give up their children for adoption.
-
I have heard that birth mothers loved their children so much that they gave them up for adoption.
Waarom zijn dit adoptie microagressies? We lichten enkele items toe aan de hand van Badens theorie:
-
People tell me that I was meant to be my adoptive parent(s) child. ➡️ Dit impliceert dat geadopteerden voorbestemd waren om hun geboortefamilie te verliezen om bij hun adoptiefamilie te kunnen zijn (fictie, categorie: adoptie is een win-win).
-
I’ve often heard that adoptees lives would be worse if they stayed in their birth country/community. ➡️ Dit bevat de opvatting dat de westerse cultuur superieur is aan andere culturen (belediging, categorie: culturele filantropie).
-
People say that adoptive parents have done a wonderful thing and are good people. ➡️ Dit impliceert dat geadopteerden gelukkig en dankbaar moeten zijn om de goede daad van hun adoptieouder(s) (invalidatie, categorie: adoptieouders als altruïstische redders).
-
People say that transracial adoptive parents don’t see color and love is enough. ➡️ Dit bevat de boodschap dat, ondanks adoptiegerelateerd verlies en trauma, liefde alle problemen overwint (fictie, categorie: liefde is genoeg).
-
I have heard that if you can’t have children naturally, then you can always adopt a child because there are so many that are unwanted. ➡️ Dit geeft de boodschap dat geadopteerde kinderen ongewenst zijn die gered moesten worden door hun adoptieouders (belediging, categorie: geadopteerden zijn probleemkinderen).
-
I have been asked if I know who my real parents are. ➡️ Dit impliceert dat familierelaties ontstaan door adoptie minder waardevol zijn dan biologische familierelaties (invalidatie, categorie: genetische verwantschap is superieur/de norm).
-
I have heard that birth mothers loved their children so much that they gave them up for adoption. ➡️ Dit impliceert dat adoptie de beste oplossing was voor iedereen (fictie, adoptie is een win-win).
Implicaties voor de praktijk
Om adoptie microagressies te voorkomen, is het belangrijk je eerst bewust te worden van je eigen attitudes en vooroordelen over afstand en adoptie. Veel mensen weten mogelijk niet hoe hun vooroordelen over afstand en adoptie hun verbale en non-verbale gedrag naar adoptiebetrokkenen beïnvloeden, en hoe dit bij deze adoptiebetrokkenen binnenkomt. Zoals eerder aangehaald, kunnen zelfs adoptiebetrokkenen onbedoeld adoptie microagressies gebruiken tegen elkaar (bv. adoptieouders tegenover geadopteerden of geadopteerden tegenover andere geadopteerden) en hun eigen onderdrukking internaliseren.
De theorie en het meetinstrument rond adoptie microagressies bieden professionals die werken met adoptiebetrokkenen, en specifiek met geadopteerden, inzicht in hun ervaringen. Het erkent het bestaan van adoptiegerelateerde microagressies en geeft taal aan wat adoptiebetrokkenen meemaken. Het geeft ook de mogelijkheid om bepaalde ervaringen bij hen te bevragen of bespreekbaar te maken. Tot slot voorkomt het dat professionals vragen of reacties uiten die de stigma’s rond adoptie weerspiegelen, waardoor het vertrouwen van de cliënt in de expertise van de professional wordt geschaad.
Het artikel van Baden van 2016 lees je hier.
Bron:
-
Baden, A. L. (2016). “Do You Know Your Real Parents?” and Other Adoption Microagressions. Adoption Quarterly, 19(1), 1-25.
-
Baden, A. L., & Kim, A. Y. (2024, July 8-12) Emerging Evidence on Living the Adopted Life: Adopted Individuals Health, Parenting, and Discrimination in Adulthood [Conference presentation]. ICAR-8, Minneapolis, MN, United States.
Tekst: Kristien Wouters