Contacteer ons of spring binnen op Raas van Gaverestraat 67b in Gent.

Ontdek onze groepsbegeleidingen, en evenementen.

Het laatste nieuws en interessantste weetjes over de wereld van adoptie.

Ontdek een hulpverlener bij jou in de buurt via deze handige adoptiekaart.

Wil je meer weten?

Hier vind je meer informatie over uiteenlopende thema's zoals belang van het kind, specifieke ondersteuningsbehoeften, nazorg, opvoeding, identiteit en herkomst.

Sociale ongelijkheid en wanpraktijken:

  • Samenvatting onderzoek: Zoeken naar je kind als een vorm van verzet (2024)
  • Samenvatting onderzoek: Psychosociale impact van wanpraktijken op betrokkenen (literatuurstudie) (2021)
  • Samenvatting onderzoek: Van primal naar colonial wound (2020)
  • Financiële en andere steun aan herkomstlanden: aandachtspunten en alarmsignalen

Bekijk alles

Samenvatting onderzoek: Geadopteerden die hun erfgoedtaal opnieuw leren: Een postkoloniale lezing van taal en dialoog in transnationale adoptie (2023)

Meer en meer keren transnationale geadopteerden terug naar hun landen van herkomst en leren ze opnieuw hun erfgoedtaal. In het kader daarvan zijn West-Europese adoptie- en geadopteerdenorganisaties begonnen met het organiseren van erfgoedtaallessen voor transnationale geadopteerden. In dit artikel (2023) bekijken de onderzoekers Prasad Sacré, Cawayu en Clemente-Martinez deze ontwikkelingen vanuit een postkoloniaal perspectief. 

Terugkeerpraktijken zijn zeer divers en omvatten onder andere terugreizen door adoptiefamilies en geadopteerden, zoektochten naar en herenigingen met eerste families, en geadopteerden die remigreren naar het land van herkomst voor een langdurig verblijf.

Deze praktijken verdienen onze aandacht omdat ze de waarde van de erfgoedtaal verschuiven van een verloren taal naar een gewenste taal met hoge navigatiewaarde. Meer nog, ze heronderhandelen de waarde van de erfgoedtaal binnen de Noord-Zuid asymmetrie. De geletterdheidspraktijken van teruggekeerde geadopteerden tonen namelijk hoe burgers uit het globale Noorden talen en kennis kunnen leren van het globale Zuiden. Tegelijkertijd laten hun ervaringen bijkomende complexiteiten zien, waarbij ongelijke machtsverhoudingen tussen Noord en Zuid net in stand worden gehouden.

De drie onderzoekers bekijken dit fenomeen vanuit hun positie als in Europa gevestigde wetenschappers in geletterdheid en adoptie (Adhikari-Sacré, 2020; Cawayu & De Graeve, 2020; Clemente Martinez, 2022). Ze bespreken het af- en herleren van de erfgoedtaal in drie delen.

Ten eerste bekijken ze het verlies van de erfgoedtaal vanuit het perspectief van 'transnationale geletterdheid'. Deze postkoloniale benadering onderzoekt de dynamiek van globalisering in taal- en geletterdheidsprogramma’s. Het ziet geletterdheid en taal als middelen voor wederzijds leren over de Noord-Zuid asymmetrie heen.

Ten tweede verkennen ze hoe het afleren van de erfgoedtaal de mogelijkheden voor wederzijds  leren met eerste families en gemeenschappen belemmert. Dit gedeelte beschouwt het beheersen van een tweede taal bij transnationale geadopteerden als een voorbeeld van wat Spivak 'enabling violation' noemt.

Ten derde bespreken ze de reactie van Westerse adoptie- en geadopteerdenorganisaties om erfgoedtaallessen te organiseren. Ze stellen dat het institutionaliseren hiervan transnationaal leren verder zou kunnen vergemakkelijken.

Teruggekeerde geadopteerden  en transnationale geletterdheid

Voor de auteurs doet de dynamiek van het verlies van de erfgoedtaal bij transnationaal geadopteerden denken aan deze van globalisering, waarbij talen het risico lopen verdrongen of zelfs uitgeroeid te worden door de uitbreiding van krachtigere talen. Daarom geloven ze dat het concept van transnationale geletterdheid geschikt is om dit fenomeen te begrijpen.

“Transnationale geletterdheid onderzoekt de globale dynamieken binnen de relaties tussen taal, kennis, macht en subjectiviteit" (Andreotti, 2015, p. 39). Het daagt dominante eenzijdige narratieven van de geschiedenis uit door alternatieve verhalen te bieden (Spivak, 1992).

Het volgende gedeelte bekijkt hoe het verlies van de erfgoedtaal en het verwerven van de tweede taal samen bestaan als twee dynamieken van globalisering. Spivak integreert deze twee dynamieken in één concept: 'enabling violation'. De 'mogelijkmakende' dimensie verwijst naar het verwerven van een tweede taal, terwijl de 'schendende' dimensie betrekking heeft op het verlies of het afleren van de erfgoedtaal.

Enabling violation van de tweede taal

Op enkele uitzonderingen na zijn eerste families niet aanwezig in de opvoeding van het geadopteerde kind. Hun afwezigheid rechtvaardigt het afleren van de erfgoedtaal. Geadopteerden worden geconfronteerd met het verlies van deze taal wanneer ze in contact komen met leden van de diaspora. Het kan hen bijvoorbeeld in de weg staan bij het organiseren van een hereniging met eerste familie.

Als we het breder bekijken, verplaatst transnationale adoptie kinderen van een sociaal-linguïstische gemeenschap in het globale Zuiden naar een welvarendere sociaal-linguïstische gemeenschap in het globale Noorden. Deze beweging naar een meer dominante tweede taal rechtvaardigt dan het verlies van de erfgoedtaal in de opvoeding van het geadopteerde kind en wordt gezien als een onvermijdelijk aspect van adoptie. Hierdoor wordt de transnationale geadopteerde vaak uitsluitend opgevoed als een ééntalige burger in de tweede taal.

Filosoof Jacques Derrida legt uit dat zo’n ééntaligheid de interpretatie van een gedeelde wereld beperkt tot de woorden en logica van slechts één taal (Derrida, 1998). Een gevolg is dat geadopteerden geneigd zijn hun transnationale geschiedenis te herzien via de tweede taal en het perspectief van de adoptieouders. We wenden ons tot Spivak’s conceptualisering van “enabing violation” om de relatie tussen een 'enabling' tweede taal en een 'violated' erfgoedtaal te begrijpen.

Spivak's enabling violation

Gayatri Chakravorty Spivak introduceerde het concept 'enabling violation' in haar boek An Aesthetic Education in the Era of Globalization (2013). Ze gebruikt dit om de paradoxale rol van de Engelse taal in de politieke emancipatie van postkoloniaal India te bespreken. Spivak stelt dat de taal van geweld, het Engels, hergebruikt moest worden als de taal van mogelijkheden. Ze noemt deze tegenstrijdigheid de 'double bind'. Enerzijds is het onmogelijk om politieke emancipatie te voltooien in het Engels, omdat deze taal toebehoort aan de gewelddadige indringer. Anderzijds zou het niet toe-eigenen van de Engelse taal betekenen dat de Britse koloniale structuur de Indiase postkoloniale samenleving verder zou kunnen onderdrukken. Door zich de Engelse taal eigen te maken, kon de Indiase postkoloniale samenleving haar plaats onderhandelen binnen de taal van geweld.

Voor Spivak zit emancipatie in het herstellen van een gelijkwaardigheid tussen beide werelden (Spivak, 2002a). De Indiase postkoloniale samenleving zou kunnen emanciperen door kennis uit de erfgoedtaal te vertalen in de taal van macht, het Engels. Die kennis, geuit in het Engels, zou gebruikt kunnen worden om de politieke infrastructuur die de rechten van de niet-Engelssprekende bevolkingsgroepen van India schond, opnieuw te schrijven (Spivak, 2013, p. 28 ).

Enabling violation in transnationale adoptie

Om Spivak’s concept van 'enabling violation' toe te passen op transnationale adoptie moeten we begrijpen hoe adoptie (bewust of onbewust) de erfgoedtaal van transnationale geadopteerden ontneemt. Dit begint vanuit de macht van het adoptiegezin om, al dan niet opzettelijk, Europese geletterdheid te gebruiken om de erfgoedtaal af te leren, te negeren of te vervangen.

Volgens socioloog Richey Wyver (2020) ondergaat de transnationale geadopteerde de meest gewelddadige vorm van gedwongen beschaving. Geadopteerden worden gezien als subjecten die gered moeten worden en worden uiteindelijk beroofd van hun taal, culturele erfgoed en zowel familie- als nationale geschiedenis.

Maar, stellen de auteurs, deze schending draagt ook een mogelijkheid tot emancipatie in zich. Europees geletterd zijn stelt de geadopteerde bijvoorbeeld in staat toegang te krijgen tot intra-nationale mobiliteitsinfrastructuren (zoals een Europees paspoort, visum, ...) die nodig zijn om terug te keren naar het land van herkomst.

Tegelijk worden teruggekeerde geadopteerden geconfronteerd met vervreemding. Zij moeten zich hun eigen erfgoedtaal opnieuw eigen maken als vreemdeling, wat een diep ingrijpende ervaring is. De erfgoedtaal is een gebroken thuis. In het adoptieland klinkt de geadopteerde vertrouwd, maar ziet er vreemd uit. In het land van herkomst ziet de teruggekeerde geadopteerde er vertrouwd uit, maar klinkt vreemd. In beide contexten zorgt de politiek van ras (race) ervoor dat taal een fragiel en gebroken thuis wordt voor de geadopteerde.

Wederzijds leren met de eerste families

In welke taal kan de teruggekeerde geadopteerde een thuis claimen? Volgens Spivak’s concept van de 'double bind' kan de transnationale geadopteerde nooit eenduidig kiezen tussen de tweede taal en de erfgoedtaal. Het kiezen tussen deze talen creëert de illusie dat men kan kiezen tussen de adoptiewereld en de wereld van herkomst. Maar geadopteerden kunnen het niet ongedaan maken dat hun twee families zich aan ongelijke zijden van de wereld bevinden.

Transnationale geadopteerden hebben wel de mogelijkheid om hun macht vanuit het Globale Noorden te gebruiken om de relatie met hun gemeenschap van herkomst te onderzoeken. Ze beschikken over de middelen die nodig zijn om onrecht recht te zetten. Spivak stelt dat de geadopteerde in het Globale Noorden de talen en culturen van het Globale Zuiden kan leren om deze sociaal-linguïstische gemeenschappen toegang te geven tot macht. Leren van gemarginaliseerde gemeenschappen kan zo een manier zijn om macht, kapitaal en invloed opnieuw te verdelen.

Het belang van volwassenonderwijs

Op Europees niveau is er een beleidskader dat de rechten van minderheidstalen in het basisonderwijs beschermt via het recht op onderwijs in de moedertaal. In de Europese lidstaten die dit kader hebben goedgekeurd en geïmplementeerd, zoals Zweden, is recht op onderwijs in de moedertaal gegarandeerd. Er is echter geen bewijs dat transnationale geadopteerden gebruikmaken van dit recht. De weinige gevallen ervan hangen af van persoonlijke keuzes van adoptieouders. Terwijl transnationale geadopteerden in hun jeugd afhankelijk zijn van het taalbeleid van hun adoptieouders, nemen ze tijdens de adolescentie en volwassenheid meer controle over hun taalkeuze.

Het pionierswerk van Koreaanse teruggekeerde geadopteerden in de jaren 1990 heeft een keten van initiatieven op gang gebracht die zich richten op het onderwijzen van de erfgoedtaal aan volwassen geadopteerden. Global Overseas Adoptees’ Link (GOA’L), opgericht in Seoul in 1998 door 11 geadopteerden, ondersteunt geadopteerden bij het vinden van hun biologische families en het opbouwen van een leven in Zuid-Korea. Koreaanse taalcursussen voor teruggekeerde geadopteerden vormen een belangrijk onderdeel van hun diensten, variërend van beginnerscursussen tot volledige semesters. GOA'L benadrukt dat taalverwerving noodzakelijk is om een plek in de Koreaanse samenleving te veroveren. Het bevordert wederzijds leren tussen teruggekeerde geadopteerden en Koreaanse burgers. Het toont hoe essentieel de erfgoedtaal is om terug verbinding te maken met het land van herkomst, de bevolking en mogelijk de eerste families.

Intussen ontstonden er ook initiatieven in Europa. In België bijvoorbeeld besloot de voormalige interlandelijke adoptiedienst FIAC Horizon de eerste reeks cursussen te organiseren, waarin Spaans, Thais, Tagalog en Amhaars worden onderwezen aan transnationale geadopteerden van Thaise, Filippijnse, Ethiopische en Zuid-Amerikaanse afkomst.

De groeiende vraag naar zulke initiatieven laat zien dat ze institutionele ondersteuning nodig hebben. De huidige middelen van deze organisaties zijn onvoldoende om structurele veranderingen door te voeren. Daarom kijken de auteurs naar centra voor volwassenenonderwijs om samen te werken met geadopteerdengroepen. Leden van de diaspora, taalfaculteiten aan universiteiten en ambassades van de landen van herkomst kunnen een belangrijke rol spelen in het uitwerken van zo’n leeromgevingen.

Als we naar het grotere plaatje kijken, kunnen deze erfgoedtaalcursussen ook een belangrijke rol spelen in het herwerken van de hiërarchie tussen Europese en niet-Europese talen.

De auteurs benadrukken dat aankomstlanden nooit het verlies van de erfgoedtaal zouden mogen legitimeren door te verwijzen naar het wereldwijde belang van de tweede taal. Kritische pedagogen en geletterdheidsonderwijzers zouden moeten erkennen dat dialoog en wederzijds leren essentieel zijn voor onze transnationaal verbonden democratische samenlevingen. Het verlies van een erfgoedtaal beschadigt deze dialogische structuur ernstig.

Conclusie

Dit artikel besprak de gevolgen van het verlies van de erfgoedtaal van geadopteerden die terugkeren naar hun land van herkomst. Hun ervaringen brengen een belangrijk probleem aan het licht in ons dominante taalbeleid.

Eéntalige opvoeding bereidt geadopteerden niet voor op het omgaan met talen en kennis uit hun land van herkomst. We moeten transnationale geadopteerden herdenken van ééntalige naar tweetalige burgers. Deze verschuiving kan hen in staat stellen om te bewegen tussen de werelden van hun eerste en adoptiefamilies.

De auteurs wijzen op de rol van geadopteerdengroepen, adoptiebureaus en centra voor volwassenenonderwijs in deze taalkundige en culturele verschuiving. Ze nodigen taaldeskundigen uit om deel te nemen aan de institutionalisering van erfgoedtaalcursussen voor transnationale geadopteerden. Deze cursussen zouden georganiseerd kunnen worden in de adoptielanden en de landen van herkomst door samenwerkingen van centra voor volwassenonderwijs en adoptieorganisaties.

Maar ze roepen ook op tot voorzichtig zijn met initiatieven die profiteren van het verlies van erfgoedtalen. We moeten leeromgevingen faciliteren waarin transnationale geadopteerden de erfgoedtaal kunnen inzetten om opnieuw contact te maken met hun eerste families en gemeenschappen.

Bron: Sacré, H. P., Cawayu, A., & Clemente‐Martínez, C. K. (2023). Adoptees relearning their heritage languages : a postcolonial reading of language and dialogue in transnational adoption. Journal of Adolescent & Adult Literacy, 66(4), 267–272. https://doi.org/10.1002/jaal.1275

Tekst: Lise Dheedene