Wil je meer weten?
Wil je meer weten?
Hier vind je meer informatie over uiteenlopende thema's zoals belang van het kind, specifieke ondersteuningsbehoeften, nazorg, opvoeding, identiteit en herkomst.
Kinderen krijgen verandert een leven ingrijpend. Voor geadopteerden kan dit nog extra complexe dynamieken met zich meebrengen. In haar masterproef (2025) onderzocht Sarah Haemers de ervaringen van negen binnenlands geadopteerde moeders en drie binnenlands geadopteerde vaders. Hun getuigenissen tonen hoe het ouderschap zowel confronterend als helend kan zijn.
Ouder worden kan vragen, gevoelens en onderliggende thema’s die eerder naar de achtergrond verdwenen waren, opnieuw naar voren brengen. Bij geadopteerden gaat het bijvoorbeeld om verlies en rouw, vragen over de eigen herkomst en identiteit, loyaliteit en gehechtheid. Het eigen ouderschap maakt deze thema’s soms opnieuw (heel) tastbaar.
Uit de verhalen blijkt dat sommige geadopteerde ouders eenzaamheid ervaren tijdens de zwangerschap of periode als prille ouder, omdat ze hun ervaringen niet kunnen spiegelen aan hun adoptieouders (bijvoorbeeld: “Die zwangerschap heb ik heel alleen gedragen. Ik kon niet aan een moeder vragen: ‘hoe was dat bij jou?’”) en/of geen taal vinden om de complexe gevoelens die het ouderschap oproept te delen met hun omgeving. Dit laatste kan gezien kan worden als een verlengstuk van een bredere maatschappelijke stilte rond (moeilijkheden en ambivalentie die gepaard gaan bij) adoptie.
Voor sommigen wordt ook de eigen positie als afgestaan kind voor het eerst of opnieuw voelbaar, met gevoelens van mildheid of juist onbegrip (bijvoorbeeld: “Hoe kan je ooit een kind afstaan?”) tegenover hun biologische ouders tot gevolg.
Sommige geadopteerden geven daarnaast aan dat hun kinderen vergelijkbare gevoelens (bijvoorbeeld van angst, eenzaamheid) of hechtings- en identiteitsvragen (bijvoorbeeld vragen over biologische verwanten, verwarring en onbegrip rond identiteit) spiegelen, zonder dat de kinderen het volledige adoptieverhaal van hun ouder(s) kennen. Ook kan er bij geadopteerde ouders angst ontstaan voor een herhaling van het verleden, namelijk dat hun kinderen, net als zijzelf, ooit zullen worden ‘afgenomen’.
Tegelijk geven geadopteerde ouders aan dat het ouderschap een bron van heling kan zijn.
De biologische verwantschap met hun kinderen, inclusief het herkennen van fysieke of karakteriële kenmerken, biedt sommige geadopteerden houvast en richting in hun zoektocht naar identiteit (bijvoorbeeld: "Dat vind ik ook wel heel leuk om bepaalde karaktereigenschappen terug te zien in uw eigen kinderen zo en ik merk wel dat dat voor mij heel belangrijk is als een soort van anker eigenlijk omdat als geadopteerde voel je u eigenlijk nooit gegrond en je bent ook op zoek naar een eigen kader van ‘wie ben ik?’.") Ook kan het een katalysator zijn om de zoektocht naar hun biologische ouders aan te gaan. Sarah Haemers wijst erop dat het belang van genetische verwantschap voor geadopteerden in de literatuur vaak wordt onderschat, zeker bij binnenlandse adoptie waar uiterlijke verschillen met de adoptiefamilie niet altijd zichtbaar zijn.
Daarnaast maken sommige geadopteerde ouders bewuste opvoedingskeuzes die contrasteren met hun eigen ervaringen. Uit de interviews blijkt dat dit bijvoorbeeld kan betekenen dat zij willen vermijden dat hun kinderen het gevoel krijgen te moeten voldoen aan impliciete of expliciete verwachtingen, zoals de druk om het ‘perfecte kind’ te zijn of ‘dankbaar’ te zijn (bijvoorbeeld: "Het feit dat de adoptie er ook wel ergens iets mee te maken heeft, doordat ik mij altijd heel speciaal heb moeten voelen. […] Dus jij bent zo precies het uitverkoren kind dat hun wens eindelijk in vervulling laat gaan. […] Maar dat heeft bij mij ergens een druk opgelegd dat ik ook die perfecte dochter wil zijn."). In de plaats daarvan benoemen de ouders het belang van onvoorwaardelijk aanwezig zijn, emotionele veiligheid bieden, ruimte laten voor het unieke zelf van het kind, en taboes doorbreken door openheid te creëren binnen het gezin.
De intergenerationele dynamieken tonen dat adoptie niet alleen een individueel verhaal is, maar vraagt om een systemische, gezinsgerichte blik - zeker ook bij binnenlandse adoptie, waar culturele of structurele breuklijnen vaak minder expliciet benoemd worden dan bij interlandelijke adoptie.
De weg van geadopteerde ouders kan kwetsbaar en complex zijn. Steun uit het persoonlijke netwerk is belangrijk, maar niet altijd vanzelfsprekend.
In verschillende getuigenissen komt naar voren dat adoptie vaak impliciet meespeelt in het leven van binnenlands geadopteerden, zonder echt benoemd of erkend te worden, onder andere doordat het vaak niet zichtbaar is dat men geadopteerd is (bijvoorbeeld: “Je ziet het ook niet hé, dat je geadopteerd bent, dus het is onzichtbaar, wat een andere problematiek is dan een buitenlandse, interlandelijke adoptie waar natuurlijk het verhaal nog complexer is omwille van de roots die anders is en vaak het uiterlijk.”). Sarah Haemers spreekt in dit verband over “een soort ‘vergeten’ anders-zijn” bij binnenlands geadopteerden.
Ook in professionele hulpverlening en maatschappelijke structuren wordt adoptie te vaak gezien als een afgesloten hoofdstuk, terwijl het in werkelijkheid eerder een dynamisch, levenslang proces is. Lotgenotencontact, bij voorkeur divers in vorm en inhoud (van luchtige ontmoetingsmomenten tot diepgaande reflectieve settings), kan daarom een belangrijke plek zijn om ervaringen te delen en betekenis te geven.
Bron: Haemers, S. (2025). De onvertelde verhalen van binnenlandse adoptie: een kwalitatief onderzoek naar ouderschap [Ongepubliceerde masterscriptie]. Universiteit Gent.
Tekst: Kristien Wouters