Contacteer ons of spring binnen op Raas van Gaverestraat 67b in Gent.

Ontdek onze groepsbegeleidingen, en evenementen.

Het laatste nieuws en interessantste weetjes over de wereld van adoptie.

Ontdek een hulpverlener bij jou in de buurt via deze handige adoptiekaart.

Wil je meer weten?

Hier vind je meer informatie over uiteenlopende thema's zoals belang van het kind, specifieke ondersteuningsbehoeften, nazorg, opvoeding, identiteit en herkomst.

Identiteit en herkomst:

  • Samenvatting onderzoek: Psychologische implicaties van een terugreis voor interlandelijk geadopteerden (2022)
  • Samenvatting onderzoek: DNA-test of niet? Beweegredenen van geadopteerden (2020)
  • Webinar: Wat is identiteit?
  • Gezocht en (niet) gevonden: Vijf geadopteerden vertellen hun verhaal

Bekijk alles

Een terugreis naar het land van herkomst als adoptiegezin

Terugreizen* worden door adoptiegezinnen op uiteenlopende leeftijden ondernomen. In dit artikel bekijken we aan de hand van (beperkte) literatuur en getuigenissen van twee adoptieouders** waarom adoptiegezinnen een terugreis ondernemen en welke punten daarbij aandacht verdienen.

Een terugreis is een reis naar het land van herkomst van de geadopteerde. Vaak omvat zo’n reis een bezoek aan het tehuis of andere plekken waar het kind heeft verbleven, ontmoetingen met pleegouders of andere zorgfiguren, het verkennen van de geboortestad of -streek en betekenisvolle locaties zoals de vindplaats. Dikwijls worden dergelijke activiteiten gecombineerd met bezoeken aan toeristische bezienswaardigheden (Gustafsson et al., 2019).

Redenen om terug te reizen

Adoptieouders noemen vaak identiteitsvorming als een belangrijke reden om een terugreis voor hun adoptiekind te organiseren. Ze hopen dat hun kind via deze ervaring nieuwe, positieve herinneringen opbouwt en een positieve band met het herkomstland ontwikkelt (Gustafsson, 2019).

Zo vertellen adoptieouders in een studie bij vijf Amerikaanse gezinnen met kinderen uit China dat zij de terugreis vooral ondernamen in de hoop (1) meer informatie te verkrijgen van het tehuis over de achtergrond van hun kind (met name over de afstand en het leven voor de adoptie), (2) mensen te ontmoeten die hun kind als baby hadden gekend, en (3) hun kind te laten ervaren hoe het is om uiterlijk op te gaan in de meerderheid (Chin Ponte, Wang & Pen-Shian Fan, 2010).

Hoewel terugreizen in de eerste plaats bedoeld zijn om het adoptiekind een betekenisvolle ervaring te bieden, wijst Gustafsson (2019, 2020) erop dat ze - al dan niet bewust - ook bijdragen aan de versterking van de familie-identiteit. Gezinsvorming (‘family-making practices’) en gezinsvakanties zijn nauw met elkaar verweven, en terugreizen zijn daarin niet anders (Gustafsson, 2020). Ondanks de vaak aanzienlijke financiële investering, benadrukken adoptieouders vooral de emotionele, ‘onbetaalbare’ waarde van een terugreis. De keuze om in een terugreis te investeren is een symbolisch gebaar dat niet alleen de affectieve band tussen ouders en kinderen weerspiegelt, maar die ook versterkt (Gustafsson, 2020).

An: “We hebben een zoon die altijd al veel interesse heeft in zijn geboorteland Ethiopië. Hij stelde al van jongs af aan veel vragen over zijn adoptieverhaal en zijn land van herkomst. We hebben daar altijd heel open over gesproken. Ethiopië komt bij ons thuis wekelijks of maandelijks wel ter sprake.

We zijn een gezin dat veel en graag reist. We hebben een soort afspraak dat iedereen om de beurt een land mag kiezen. Toen hij aan de beurt was, koos hij Ethiopië. Hij heeft altijd gezegd dat hij ooit terug wilde gaan.

Maar we deden het niet alleen omdat hij het vroeg. We deden het ook, omdat wij geloven dat het belangrijk is voor hem om een band te voelen met zijn herkomstland en omdat het een prachtig land is. Het beeld dat hij via het nieuws en andere bronnen meekreeg was vaak negatief, terwijl we wilden dat hij ook de schoonheid van Ethiopië kon ervaren – dat het negatieve beeld kon worden genuanceerd. Mede daardoor kozen we ervoor om al vroeg terug te gaan. Hij was toen acht.”

Timing van de terugreis
Terugreizen op jonge leeftijd: mogelijke voordelen

In Zweden adviseert het departement van Welzijn en Gezondheid om de terugreis te maken vooraleer de geadopteerde de adolescentie bereikt. Eén van de argumenten hiervoor is dat geadopteerden zich op die manier een beeld kunnen vormen vanwaar zij afkomstig zijn vooraleer zij starten met het exploreren van hun identiteit (Gustafsson, 2019). Voor trans-etnisch geadopteerde kinderen en jongeren betekent het vaak ook een eerste ervaring van uiterlijke herkenning binnen een grotere gemeenschap (Song & Lee, 2009).

Andere voordelen van terugreizen op jonge leeftijd die in wetenschappelijke literatuur (Wilson & Summerhill-Coleman, 2013) genoemd worden, zijn:

  • continuïteit (en context) geven aan het levensverhaal van een kind
  • de mogelijkheid bieden om thema’s rond etniciteit en adoptie te bespreken met andere geadopteerde kinderen/gezinnen met vergelijkbare ervaringen (in geval van een groepsreis met adoptiegezinnen)
  • gevoelens van rouw (indien aanwezig) uiten en delen, wat helend kan werken
  • de culturele context van het eigen adoptieverhaal verkennen
  • gedeelde betekenis creëren samen met familieleden

Tot nu toe ging er vooral wetenschappelijke aandacht naar de invloed van een terugreis op etnische identiteitsvorming. Zo geeft een groot deel van de volwassen geadopteerden aan dat terugreizen een belangrijke invloed heeft gehad op de ontwikkeling van een positieve etnische identiteit (McGinnis et al., 2009; Song & Lee, 2009).

Bart: “Wij zijn teruggekeerd naar China toen onze kinderen elf en dertien jaar waren. We vonden het belangrijk om te gaan op een moment dat zij nog niet volop in de puberteit zaten, maar wel al oud genoeg waren om bewust ervaringen op te doen en vragen te stellen. Bovendien stonden zij er zelf positief tegenover om die reis te maken, wat voor ons doorslaggevend was.

We wisten dat de tehuizen waar onze dochters verbleven hadden, inmiddels waren afgebroken en er op dezelfde site volledig nieuwe gebouwen waren gekomen. China was in korte tijd ontzettend veel veranderd. Het was niet meer het China van de periode waarin onze dochters daar geboren werden. Wij waren benieuwd om die veranderingen met eigen ogen te zien en dat met onze kinderen te ervaren.

Ik herinner me nog dat onze dochters, vooral de oudste, het fijn vonden om een stukje voor ons uit te lopen wanneer we onderweg waren. Mijn vrouw en ik trokken veel bekijks, maar als onze dochters voor ons liepen, konden zij gewoon doorgaan als ‘Chinees’. Voor hen was het bijzonder dat zij voor een keer niet degenen waren die anders waren.

Een gedeelte van de reis maakten we samen met nog vier andere gezinnen. Onze dochters waren ongeveer van dezelfde leeftijd. Ik denk dat het voor hen wel goed was dat ze niet altijd enkel met ons waren, maar ook onder leeftijdsgenoten konden praten, lachen en ervaringen delen.”

Aandachtspunten per ontwikkelingsfase

In de literatuur bestaan geen duidelijke criteria om te bepalen of iemand ‘klaar’ is voor een terugreis. Wel worden er verschillende factoren genoemd die invloed kunnen hebben op hoe de reis wordt beleefd, begrepen en herinnerd. Het gaat daarbij om de leeftijd, de ontwikkelingsfase en de mate van emotieregulatie van de geadopteerde.

Jonge kinderen (onder de 5 jaar) kunnen de reis verwarrend vinden en bang zijn dat ze worden ‘teruggebracht’. Vooral bij adoptiespecifieke activiteiten (zoals een bezoek aan een tehuis) vraagt hun ontwikkelingsfase om extra aandacht voor hun unieke behoeften, reacties en vermogen om te begrijpen. Wilson en Summerhill-Coleman (2013) raden adoptieouders daarom aan om te spreken van een ‘bezoek’ in plaats van een ‘terugkeer’.

Jonge kinderen zijn bovendien gevoeliger voor veranderingen in slaap, eetpatronen en routines. Ze hebben extra rust en ouderlijke ondersteuning nodig bij het reguleren van emoties en gedrag. Na afloop van de reis kunnen jonge kinderen baat hebben bij het herhalen van reisverhalen en het samenstellen van een fotoboek om herinneringen vast te houden (Wilson & Summerhill-Coleman, 2013).

Kinderen van basisschoolleeftijd kunnen nog steeds worstelen met vergelijkbare angsten als jongere kinderen, maar zijn doorgaans beter in staat om hun bezorgdheden en behoeften te verwoorden. In deze fase groeit ook het begrip van adoptie en kunnen kinderen actief vragen stellen over hun eigen geschiedenis. Hierdoor kunnen ze mee bepalen wat voor hen betekenisvolle ervaringen zijn tijdens een terugreis.

Kinderen in deze leeftijdsfase bouwen vaak ook sterke herinneringen aan de reis. Zij kunnen evenwel geraakt worden door ervaringen zoals het zien van armoede, wat schuldgevoelens (‘survival guilt’) kan oproepen. Het is de taak van de ouders om hen te helpen deze indrukken te verwerken en duiden (Wilson & Summerhill-Coleman, 2013).

An: “We hebben niet gekozen voor een rootsreis in de zin van het zoeken naar biologische familie. Onze insteek was: we gaan Ethiopië leren kennen als land. En onze zoon was daar klaar voor. We verbleven een week in Addis Abeba. Aansluitend boekten we een safari in Kenia. Zo hoefden we niet meteen terug naar België en had hij de tijd om in een andere, meer ontspannen omgeving tot rust te komen.

We zijn tijdens de reis vaak aangesproken door bedelende kinderen. Dat had een grotere impact op hem dan we vooraf hadden ingeschat. Hij maakte de link met kindjes die jonger dan of even oud waren als hijzelf. Dat hield hem bezig: Wat kan ik doen voor die kinderen? We hebben dat uitgelegd - wat je wel en niet kunt doen en wat dat betekent.”

Adolescenten begrijpen doorgaans beter de geografische, politieke en socioculturele context van hun afstand en adoptie, en zijn vaak beter in staat om met de emoties om te gaan die een terugreis oproept. Sommigen zoeken zelf adoptiespecifieke informatie of leggen contact met vroegere verzorgers of geboortefamilie.

Hoewel adolescenten zich bewuster zijn van hun emoties en motieven, verwerken ze die vaker buiten het gezin. Daarom is het belangrijk dat zij ook terechtkunnen bij leeftijdsgenoten - zowel tijdens de reis als in het dagelijks leven - die hun verhaal en vragen herkennen en begrijpen (Wilson & Summerhill-Coleman, 2013).

Bart: “Tijdens zo’n reis word je geconfronteerd met situaties waar je op voorhand niet bij stilstond.
We bezochten de tehuizen waar onze kinderen verbleven. Dat was een meerwaarde: we werden er ontvangen, kregen een rondleiding en mochten hun dossiers inkijken. Onze dochters ontmoetten er ook leeftijdsgenoten die niet geadopteerd waren en in het tehuis waren opgegroeid. Dat waren allemaal kinderen met een beperking. Dat roept onvermijdelijk vragen op: waarom wij wel en zij niet, hoe zou hun leven eruit hebben gezien als …?

Ook daarbuiten kom je soms in onverwachte situaties terecht. Zo zaten we op een bepaald moment te rusten op een muurtje in een park. Een oudere man ging naast een van onze dochters zitten en begon spontaan tegen haar te praten. Toen onze tolk uitlegde dat onze dochter geadopteerd was en dus geen Chinees sprak, geloofde hij dat niet. Hij werd steeds kwader en kwader en dacht dat zij hem bewust negeerde. Dat was voor onze dochter en ook voor ons best heftig om mee te maken.”

Hulpverleners met kennis van ontwikkelingspsychologie kunnen een belangrijke, ondersteunende rol spelen in de afweging of - en op welk moment - een terugreis een waardevolle bijdrage kan leveren aan de ontwikkeling van het kind (Wilson & Summerhill-Coleman, 2013).

Andere aandachtspunten
Verschillende perspectieven binnen eenzelfde terugreis

Naast de mogelijke voordelen brengen terugreizen ook uitdagingen met zich mee voor adoptiegezinnen (Powers, 2011).

Ten eerste is het plannen van zo’n reis vaak een dynamisch proces dat samenwerking en compromissen tussen kinderen en ouders vraagt, waarbij de doelstellingen en betekenis van de terugreis voor beide partijen meestal verschillen (Gustafsson et al., 2019).

Adoptieouders grijpen bij het maken van de planning vaak terug naar hun eigen herinneringen aan de adoptie en aan het land van herkomst, terwijl geadopteerde kinderen daar - door hun jonge leeftijd bij adoptie - weinig of geen persoonlijke herinneringen aan hebben. Wat voor ouders een ‘terugkeer’ is naar het herbeleven van oude herinneringen, is dat niet zozeer voor kinderen.

Toch zijn kinderen geen passieve deelnemers. Zij hebben invloed op de vorm en inhoud van de reis en brengen hun eigen wensen en perspectieven in. Sommige kinderen zetten hun eigen (geconstrueerde of echte) herinneringen in en gebruiken die actief in het meedenken over de reis (Gustafsson et al., 2019; Gustafsson, 2020).

Geadopteerden zijn vaak zowel nieuwsgierig als bang voor wat ze zullen ontdekken in het geboorteland (Miller, 2013). Waar ouders doorgaans enthousiast en hoopvol zijn, tonen kinderen soms juist terughoudendheid of afstand. Zo spraken adoptiekinderen in een Zweeds onderzoek met gezinnen die hadden geadopteerd uit Chili niet over een ‘terugkeer’, maar benadrukten ze dat ze zich volledig Zweeds voelden (Yngvesson, 2003, p. 14). En in het hierboven besproken onderzoek bij vijf Amerikaanse gezinnen met kinderen uit China, maakten de kinderen (tussen 8 en 11 jaar oud) zich vooral zorgen over praktische zaken, zoals de lange reis of het onbekende eten (Chin Ponte, Wang, & Pen-Shian Fan, 2010).

An: “We hebben ons aangepast aan zijn tempo en activiteiten afgestemd op zijn leefwereld: we bezochten een markt, het museum waar Lucy te vinden is en een nationaal park. We zijn ook één dag op stap geweest met de vrouw die ons begeleidde tijdens de adoptie.

We vroegen haar om ons terug mee te nemen naar enkele plekken waar we destijds ook waren geweest, op het moment van de adoptie, zoals het kindertehuis waar hij verbleven had. Dat bleek erg waardevol, omdat zij zich bepaalde dingen herinnerde die voor onze zoon belangrijk waren. Het feit dat hij die plek terug kon zien en er kon rondwandelen, was zichtbaar heel betekenisvol voor hem.

Het was voor ons als ouders ook emotioneel om bepaalde plekken terug te zien. Soms dachten wij: Dit zal voor hem heel emotioneel zijn, maar dat bleek dan niet zo. En omgekeerd: dingen waarvan wij het niet verwachtten, deden hem wél veel. Je vult veel in vanuit je eigen perspectief, en daar moet je je ook bewust van zijn. Wat voor jou betekenisvol is, hoeft dat voor je kind niet te zijn - en andersom.”

Bart: “In twee weken tijd hebben wij heel veel plekken bezocht: de geboortesteden van onze dochters, maar ook een stukje Beijing en Shanghai. De planning was op maat van ons gezin en we konden die grotendeels samenstellen dankzij de hulp van een Amerikaanse adoptiemoeder met wie we het tweede deel van de reis hebben afgelegd. Zij sprak zelf Chinees en had goede contacten. Daarnaast reisde er nog een andere adoptiemoeder mee, een sociaal werker die haar hele leven in de VS met pleeg- en adoptiekinderen had gewerkt. Dankzij hun ervaring en begeleiding zat die reis heel goed in elkaar. Onze kinderen kregen bijvoorbeeld de kans om één van de tehuizen meermaals te bezoeken en er tijd door te brengen in groep, zonder dat wij erbij waren. Daar was allemaal goed over nagedacht.

Voor we vertrokken, hadden onze dochters een globaal idee van de planning en het doel, maar we hebben niet alles stap voor stap overlopen. Daar was ook geen vraag naar. Op hun leeftijd konden zij alles goed begrijpen, vragen stellen en met ons bespreken wat ze zagen.”

Afstammingsvragen en -informatie

Ten tweede gaan adoptiegezinnen tijdens een terugreis soms op zoek naar extra informatie over de achtergrond van het kind. Nieuwe informatie kan aanvullend zijn, maar ook tegenstrijdig zijn aan wat eerder bekend was of volledig uitblijven, wat verdriet en frustratie kan oproepen.

Ook kan het verblijf in het land van het herkomst vragen en emoties rond de geboortefamilie oproepen, zelfs wanneer kinderen niet expliciet geïnteresseerd zijn in hun geboortefamilie.

Hoe vaker er thuis al is gesproken over de geboortefamilie en de gevoelens die daarbij horen, hoe groter de kans dat kinderen tijdens de reis steun zoeken bij hun adoptieouder(s) (Wilson & Summerhill-Coleman, 2013). Wanneer kinderen goed worden ondersteund bij het omgaan met vragen en emoties die tijdens een terugreis naar boven komen, kan dit een moment van verbinding binnen het gezin zijn (Wilson & Summerhill-Coleman, 2013).

An: “Onze zoon is heel open in zijn communicatie en daardoor gemakkelijk af te lezen. Dat is voor elk kind anders, maar hij praat graag over Ethiopië en zijn adoptie. Iets wat ik als ouder heb geleerd - en wat ik iedereen aanraad - is: als je ergens over twijfelt, stel gewoon de vraag aan je kind. Ook als er op dat moment geen antwoord komt, komt het vaak op een later moment alsnog. Over het algemeen geloof ik heel sterk dat niets benoemen meer schade doet dan iets wél benoemen, zelfs als je je vergist.”

Emotionele draagkracht van adoptieouders en kinderen

Ten derde vraagt internationaal reizen, in combinatie met de emotionele lading van een terugreis, veel van de emotionele draagkracht van zowel kinderen als ouders. Copingmechanismen bij kinderen (zoals druk gedrag of terugtrekken in zichzelf), maar evengoed bij ouders, kunnen hierdoor intenser worden.

Het is daarom belangrijk dat adoptieouders zich vooraf bewust zijn van hun eigen noden (inclusief wensen, angsten en verwachtingen), zodat ze beter kunnen inspelen op de emotionele behoeften van hun kind tijdens en na de reis zoals het herkennen van en kunnen omgaan met rouw (Wilson & Summerhill-Coleman, 2013).

An: “Het bleef natuurlijk een heel spannende reis voor hem. Om te kijken hoe we de reis het best konden voorbereiden en wat aandachtspunten waren, nam ik contact op met Nele van Steunpunt Adoptie. Dat was voor ons heel waardevol.

We hebben zijn adoptieverhaal dan nog eens rustig doorgenomen met hem. En ik denk dat dat voor hem wel fijn was. Eens daar hebben we gezorgd voor voldoende rustmomenten zodat hij de tijd kon nemen om dingen te laten bezinken, om over dingen te praten ...

Voor ons was het allerbelangrijkste dat we goed letten op kleine signalen die onze zoon gaf. Het is daar natuurlijk warm, en er zijn veel prikkels: geuren, kleuren, geluiden ... In elk land is dat zo, maar voor hem zat daar een extra emotionele laag bij: het is zijn land. We vonden het belangrijk om daar gevoelig voor te zijn en wanneer hij signalen gaf daar echt op in te spelen. Tijdens de vakantie zagen we ook duidelijk wanneer het ‘genoeg’ was voor hem.

We maakten bijvoorbeeld veel gebruik van het openbaar vervoer, omdat we dat altijd doen op vakantie. Daardoor kwamen we ook voortdurende vriendelijke mensen tegen die ons wilden helpen. Ook voor onze zoon was dat een leuke ervaring: je had dan van die taxibusjes waarbij je ‘bolé bolé’ moest roepen, de eindbestemming van de ‘lijn’, om op te stappen. Dat mocht hij dan doen. Mensen reageerden daar heel positief op en je zag hem dan opfleuren. Maar op een gegeven moment was het te veel: het was heel druk en er waren te veel prikkels. Toen zijn we overgestapt op een privé-taxi, zodat hij wat meer rust en ruimte had, zonder al die indrukken steeds om zich heen."

Na de terugreis

Onderzoek naar de impact van terugreizen op het welzijn van geadopteerden op korte en lange termijn is nog beperkt. Het onderzoek dat er wel is, laat zien dat terugreizen meestal positieve gevoelens oproept bij geadopteerden ten opzichte van hun verleden en geboortecultuur (Santona et al., 2022; Wilson & Summerhill-Coleman, 2013). Ze bieden geadopteerden een kans om meer te leren over hun geboorteland en cultuur, en dragen bij aan hun identiteitsvorming door verleden en heden te verbinden en zo een vergroot gevoel van continuïteit en belonging te creëren (e.g. Bergquist, 2004; Day, 2018; Duval, 2003; Lee et al., 2007; Santona et al., 2022; Wilson & Summerhill-Coleman, 2013).

Bart: “Onze kinderen kenden China vooral van foto’s, video’s en boeken, maar dat is heel anders dan het zelf te kunnen ervaren. Ik ben blij dat we die reis hebben gemaakt en hen een concreet beeld en bepaalde ervaringen hebben kunnen meegeven, zoals het gevoel van kunnen opgaan in de massa, wat ze hier niet kennen. Het geeft hen ook een idee van hoe het is om terug te reizen, mochten ze dat ooit nog eens willen. Toen we in China waren, namen ze zich voor om Chinees te leren, maar eenmaal thuis is dat enthousiasme toch weer wat weggeëbd.”

An: “Hij is nog steeds ontzettend trots. Na de vakantie hield hij een spreekbeurt, waarbij hij foto’s liet zien van de reis. Hij wilde graag tonen hoe alles eruitzag: hoe mensen er woonden, hoe het bussysteem werkte, ... Voor de reis dacht hij heel stereotiep over Ethiopië. Het bleek voor hem heel goed om daar een meer concreet en realistisch beeld van te krijgen.

Hij zegt regelmatig dat hij over een paar jaar graag terug wil en zoekt zelf dingen op van wat hij dan wil doen. Als de politieke situatie het toelaat, verwachten we binnen vijf jaar terug te gaan. Ik denk dat hij, als je het hem vraagt, zou zeggen dat hij later in Ethiopië wil gaan wonen. En als dat niet lukt, dan zal hij er in elk geval vaak op vakantie gaan. Ethiopië is een belangrijk onderdeel van wie hij is. Dus dat betekent ook dat wij als gezin regelmatig terug zullen keren.”

Overweeg je zelf een terugreis te maken en zoek je emotionele ondersteuning bij eventuele vragen die dit teweegbrengt? Je bent welkom bij een van onze nazorgmedewerkers voor een gesprek!

*In dit artikel gebruiken we de term 'terugreis' in plaats van 'rootsreis', omdat die term neutraler is en open laat welke reden of betekenis geadopteerden aan hun reis naar het herkomstland geven (bv. toerisme, geschiedenis, vragen over ‘wortels’ en identiteit).

**Om privacyredenen werden de namen in dit interview gewijzigd.

Bronnen:

  • Gustafsson, J. (2020). Adoption return trips: Family tourism and the social meanings of money. Tourist Studies, 21(2), 219-234. doi: 10.1177/1468797620977543
  • Gustafsson, J., Lind, J., & Sparrman, A. (2020). Family memory trips – children's and parents’ planning of adoption return trips. Journal of Heritage Tourism,15(5), 554-566, doi: 10.1080/1743873X.2019.1702666
  • Ponte, I. C., Wang, L. K., & Fan, S. P. S. (2010). Returning to China: The Experience of Adopted Chinese Children and Their Parents. Adoption Quarterly, 13(2), 100–124. doi: 10.1080/10926755.2010.481039
  • Wilson, S. L., & Summerhill-Coleman, L. (2013). Exploring birth countries: The mental health implications of heritage travel for children/adolescents adopted internationally. Adoption Quarterly, 16(3-4), 262-278. doi: 10.1080/10926755.2013.790865
  • Yngvesson, B. (2003). Going "Home": Adoption, Loss of Bearings, and the Mythology of Roots. Social Text, 21(1), 7-27. https://muse.jhu.edu/article/41641.

Tekst: Helen Duijvene de Wit & Kristien Wouters

Publicatiedatum: oktober 2025

Update cookies preferences