Contacteer ons of spring binnen op Raas van Gaverestraat 67b in Gent.

Ontdek onze groepsbegeleidingen, en evenementen.

Het laatste nieuws en interessantste weetjes over de wereld van adoptie.

Ontdek een hulpverlener bij jou in de buurt via deze handige adoptiekaart.

Wil je meer weten?

Hier vind je meer informatie over uiteenlopende thema's zoals belang van het kind, specifieke ondersteuningsbehoeften, nazorg, opvoeding, identiteit en herkomst.

Onderwijs en taalontwikkeling:

  • Welke plaats krijgt het adoptieverhaal van je kind op school?
  • Taalachterstand bij adoptiekinderen
  • Webinar: Taalverwerving bij adoptiekinderen
  • Ondersteunen van adoptiekinderen: AAP gids voor leerkrachten en onderwijsprofessionals

Bekijk alles

Een adoptiekind in de kinderopvang

Dit artikel verscheen in het magazine KIDDO (editie oktober 2020).

Ben je een professional in de kinderopvang? Staat er een kennismakingsgesprek met een adoptieouder gepland of verwelkom je weldra een adoptiekind in je groep? Dan is het nuttig om je bewust te zijn van de noden eigen aan adoptiekinderen. Adoptieouders zullen zich zo beter begrepen voelen als jullie in gesprek gaan en jij kan het gedrag van een adoptiekind in je groep gemakkelijker plaatsen.

Hoe voer ik een kennismakingsgesprek met adoptieouders?

De adoptieprocedure is een lang proces met een onzekere uitkomst. Adoptieouders die op de wachtlijst staan om een kind te adopteren, weten niet exact wanneer zij hun kind in het gezin kunnen verwelkomen, wat de leeftijd van hun kind zal zijn (bij binnenlandse adoptie gaat het vaak over kinderen jonger dan 1 jaar, maar bij interlandelijke adoptie varieert de leeftijd sterk) en welke vroege levenservaringen hun kind heeft gehad. Dat vraagt van zowel adoptieouders een grote flexibiliteit als van de kinderopvang waarop zij een beroep willen doen.

Het kan nuttig zijn om je vooraf in te lezen in de hedendaagse adoptierealiteit. Onze FAQ’s zijn daarvoor handig. Echter, zoals in elk gesprek is het vooral belangrijk om actief te luisteren, begrip te tonen en ouders gerust te stellen door met hen mee te denken.

Voor kindtoewijzing

Sommige adoptieouders informeren naar de mogelijkheden van kinderopvang wanneer zij op de wachtlijst staan om een kind te adopteren. Zij kunnen je dan nog weinig concreets vertellen over hun kind en wanneer het er zal zijn, maar jij kan wel uitleggen of flexibiliteit mogelijk is en zo ja, op welke vlakken. Kan je een plaatsje voorbehouden voor het kind? Is het oké voor jou als de ouders eerst een periode samen komen wennen? Ook kan je toelichting geven bij eventuele twijfels of bekommernissen die adoptieouders hebben. De kans bestaat dat ze in deze fase nog erg zoekend zijn en een professional die meedenkt, wordt dan enorm gewaardeerd.

Na kindtoewijzing

Daarnaast is het mogelijk dat adoptieouders bij jou komen nadat er een kindtoewijzing is gebeurd. Adoptieouders weten dan welk kind ze gaan adopteren, maar het kindje is nog niet bij hen in het gezin. Vooral bij interlandelijke adoptie kan het soms nog even duren vooraleer het kind in het gezin is. Nuttige informatie uit het kinddossier kunnen adoptieouders dan al met jou delen, zoals de leeftijd en het geslacht van het kind, maar ook of het kind bijvoorbeeld een vooraf gekende special need heeft.

Na aankomst in het adoptiegezin

Pas als het kind in het adoptiegezin is, kan je heel concrete vragen stellen aan de adoptieouder(s). Hoelang is jullie kindje bij jullie? Hoe loopt het hechtingsproces? Heeft het kindje een achterstand op bepaalde vlakken? Wat zijn aandachtspunten bij jullie kind en hoe willen jullie dat we daarop reageren? Hoe kunnen we de overgang naar de kinderopvang vergemakkelijken? Als het kind uit het buitenland geadopteerd werd en/of al iets ouder is, kan je bijkomende vragen stellen. Hoe goed kan het kindje Nederlands? Wat waren de slaap- en eetgewoonten in het land van herkomst? Luister goed naar wat de ouders vertellen en zoek samen naar oplossingen.

Zijn er topics die ik beter vermijd als ik in gesprek ga met adoptieouders?

Adoptie spreekt tot de verbeelding van vele mensen. Nieuwsgierigheid is dan ook heel normaal. Toch vinden adoptieouders het soms lastig als ze vragen krijgen over bijvoorbeeld de reden dat ze wilden adopteren, de reden dat de biologische ouders niet voor het kind konden zorgen of de kostprijs van de adoptieprocedure. Ook adoptiekinderen vinden het vaak niet fijn als mensen die ze niet goed kennen vragen stellen over hun biologische familie en de wens om hen te ontmoeten. Het is geen taboe, maar dergelijke informatie behoort tot de privésfeer van het gezin en het adoptiekind.

Een andere vaak gegeven goedbedoelde opmerking, is 'dat het adoptiekindje toch wel geluk heeft en dankbaar mag zijn dat het zo goed terecht is gekomen'. Hoewel vele geadopteerden inderdaad blij en dankbaar zijn dat hun adoptieouders hen geadopteerd hebben, zijn woorden zoals ‘geluk’ en ‘dankbaarheid’ minder op zijn plaats. Aan adoptie gaat veel verlies vooraf waar het kind zelf niet om gevraagd heeft. Doorgaans zijn het juist de adoptieouders die erg gelukkig en dankbaar zijn dat het adoptiekind in hun leven is gekomen.

Uiteraard is elk gezin en elke persoon anders. Onthoud vooral dat door adoptiesensitief te zijn en handelen, adoptieouders de zorg van hun kind met een gerust hart aan jou zullen toevertrouwen.

Welke noden zijn eigen aan adoptiekinderen?

Elk kind heeft basisnoden zoals liefde, slapen, eten, drinken en hygiëne. Daarnaast heeft elk kind individuele noden: het ene kind speelt graag buiten, het andere kind leest liever een boekje. Adoptiekinderen hebben - naast deze individuele noden - ook adoptiespecifieke noden. Die hebben te maken met verlies en rouw, gehechtheid, trauma en identiteit.

Verlies en rouw

Elk adoptiekind heeft minstens één grote verlieservaring gekend, namelijk het verlies van zijn biologische ouders. Sommige adoptiekinderen hebben nog herinneringen aan hen, maar ook als er geen herinneringen zijn, is er sprake van een verlies dat een indruk nalaat op het kind. Daarnaast hebben adoptiekinderen afscheid moeten nemen van hun vertrouwde omgeving, smaken en geuren, soms ook taal en cultuur.

Die ervaringen zijn fundamenteel verschillend van de ervaringen van kinderen die bij hun biologische ouders opgroeien. Het gaat om vroege verlieservaringen die het gedrag en de reacties van adoptiekinderen beïnvloeden. Dit geldt voor zowel kinderen die uit het buitenland zijn geadopteerd als voor binnenlands geadopteerde kinderen.

Hoe kinderen rouwen, is verschillend van kind tot kind: een kind kan verdrietig, bang, boos, agressief, afstandelijk … zijn. Baby's hebben minder uitingsmogelijkheden, maar kunnen via lichaamstaal wel duidelijk maken hoe ze zich voelen. Een rechte, stramme rug, oogcontact vermijden, weinig expressie in het gezichtje, voedsel weigeren … kunnen tekenen zijn van verlies.

Gehechtheid

Door herhaaldelijke breuken met centrale hechtingsfiguren zoals de biologische ouders, pleegouders en verzorgsters in het tehuis kan het moeilijk zijn voor een adoptiekind om nieuwe vertrouwensbanden aan te gaan. Een kind heeft dan eerst heel veel basisveiligheid nodig voordat het zich kan openstellen en verdere stappen in een nieuwe gehechtheidsrelatie durft aangaan. Aanklampen, bij iedereen op de schoot kruipen, contact vermijden, schrikken van plotse aanrakingen, een grote controlebehoefte … zijn tekenen van onveilige hechting.

Trauma

Sommige adoptiekinderen hebben in hun herkomstland een tijdlang in moeilijke omstandigheden geleefd voordat ze geadopteerd werden, bijvoorbeeld in een situatie van chronische verwaarlozing of ondervoeding. Soms weten de adoptieouders dat niet en heeft het kind daarover geen herinneringen en/of mist het taal om dat te vertellen. Het vermoeden van trauma ontstaat dan door aandacht te hebben voor het gedrag van het kind.

Als de reactie van een kind niet in verhouding staat tot wat er gebeurt, kan dat wijzen op een onderliggend trauma. Zo getuigde een adoptiemoeder dat haar adoptiezoon in het begin erg bang was om zich om te kleden: hij had in het tehuis nieuwe kleertjes moeten aandoen voor de adoptie en was bang dat ze hem opnieuw zouden weghalen telkens als hij zich moest omkleden.

Maar ook als er geen sprake was van verwaarlozing of andere trauma’s is er nog sprake van het 'adoptietrauma'. Dat is het trauma gerelateerd aan de verlieservaring van afgestaan zijn en weggehaald worden uit de vertrouwde omgeving, zoals eerder besproken.

Identiteit

De bovenvermelde ervaringen en de ontbrekende puzzelstukjes in het verhaal van adoptiekinderen maken het moeilijker voor hen om een positief zelfbeeld en een stevige identiteit op te bouwen. In de vroege levensjaren heeft een adoptiekind misschien niet het gevoel gekregen dat hij er mocht zijn, omdat er bijvoorbeeld onvoldoende personeel was in het tehuis om hem te verzorgen wanneer hij weende. Of omdat hij afgestaan is en daarbij als reden denkt: ik was niet goed genoeg. Daardoor kan het zelfbeeld wankel zijn en kunnen adoptiekinderen op latere leeftijd gevoelig zijn voor afwijzing of de perceptie ervan.

Hoe kan ik omgaan met deze noden?

Omgaan met adoptiespecifieke noden vereist hoogstwaarschijnlijk geen nieuwe vaardigheden of competenties van jou als professional. Maar als je weet welke onderliggende thema's er spelen bij adoptiekinderen, kan je bepaalde gedragingen en reacties beter plaatsen en daarop anticiperen tijdens de verzorging.

Je bent misschien extra zorgzaam voor een adoptiekindje dat weent tijdens het verluieren, omdat je vermoedt dat het nog maar weinig positieve, fysieke contacten heeft gekend. Of je kiest voor een time-in (bv. het kind naast je laten zitten of op de schoot nemen) in plaats van een time-out (bv. het kind in de hoek of een andere kamer zetten) zodat het kind zich niet afgewezen voelt.

Sommige adoptiekinderen hebben baat bij een aandachtsverzorgster, die een vertrouwde figuur is en extra aandacht heeft voor de noden van haar kindjes. Zo heeft elk kind nood aan structuur, maar voor een adoptiekind kan de nood hieraan des te belangrijker zijn om zich veilig te voelen. Ook heeft elk kind er baat bij om een foto van zijn gezin op de muur te zien in de leefgroep, maar zeker een adoptiekind moet nog leren dat het voor altijd bij het gezin hoort.

Een gekend fenomeen bij vele kinderen is verlatingsangst. Als professional kan je er rekening mee houden dat de verlatingsangst van een adoptiekind deels voortkomt uit een eerdere ervaring en daardoor een extra lading heeft.

Ben je een professional in de kinderopvang en heb je vragen over adoptie of een adoptiekind in je groep? Stuur ze naar info@steunpuntadoptie.be of bel ons op 078 15 13 27.

Meer weten over dit thema? Download gratis de Nederlandstalige brochure 'Adoptiekind op het kinderdagverblijf: informatie en praktische tips voor pedagogisch medewerkers' van Fiom.

Tekst: Kristien Wouters