Wil je meer weten?
Wil je meer weten?
Hier vind je meer informatie over uiteenlopende thema's zoals belang van het kind, specifieke ondersteuningsbehoeften, nazorg, opvoeding, identiteit en herkomst.
Opvoeden kan een hele opgave zijn. Wat voor het ene kind werkt, heeft een averechts effect voor het andere. Zeker wanneer het over adoptie gaat, is dit soms extra uitdagend. Je probeert het gedrag van je kind te lezen en vraagt je af wat hij of zij wil zeggen.
Op sommige momenten is het zinvol deze vertaaloefening samen met het probleem los te laten en je aandacht te richten op wat helpt. In plaats van ‘waarom doet mijn kind dit nu?’, vraag je je dan af: ‘wat kan ik doen om mijn kind in de juiste richting te helpen?’. In plaats van probleemgericht werk je oplossingsgericht.
Met de drie tips hieronder moedig je je kind aan om leuk gedrag te stellen. Ze geven geen 100% garantie op succes. Het zijn wel drie wegen in de richting van de oplossing, weg van het probleem.
Een startopdracht vertelt wat je moet doen. Het omschrijft wat wél kan en mag. Een stopopdracht omschrijft wat niet mag. Dit noemen we plus- en mintaal.
Waarom kiezen voor plustaal in de opvoeding van je kind? Die reden ligt in onze hersenen. Ons brein kan zich geen mintaal voorstellen. Het heeft geen neurologisch beeld voor ‘niet’. Lees de volgende zin: ‘Denk niet aan blauwe beren’. De kans is groot dat er nu een blauwe beer op je netvlies zit. Als je niet aan blauwe beren mag denken, is het dus slimmer om een startopdracht te geven: ‘Denk aan roze konijnen’.
Als je je kind een opdracht geeft, hou het dan concreet en positief. In plaats van een eindeloze opsomming van wat allemaal niet mag, benoem je met één duidelijke startopdracht wat wel mag. ‘Stop met springen, rollen, hangen en op je handen staan in de zetel’ wordt simpelweg: ‘Zit recht op je poep’. Dit is natuurlijk geen toverspreuk. Het is wel een positieve manier om ongewenst gedrag om te vormen tot een te leren vaardigheid.
Probeer de volgende stopopdrachten te vertalen naar plustaal:
We leggen de lat hoog. Kinderen moeten al snel een heleboel vaardigheden onder de knie krijgen. Vaak lukt dit goed, maar soms verwachten we teveel in één keer en moeten we een stapje terugzetten. De lat lager leggen kan dan een oplossing zijn.
Gedrag aanleren is als boetseren: het gebeurt in kleine stapjes. Als je een pup leert om een pootje te geven wanneer je ‘pootje’ zegt, zal de pup dit niet vanaf dag één kunnen. Je oefent en beloont elke beweging in de richting van het geven van een pootje.
Je kan je kind op dezelfde manier aanmoedigen om leuk te gedrag te stellen. Stel, je wil graag dat je kind stopt met wiebelen op zijn stoel tijdens het eten. Met een startopdracht aan het begin van de maaltijd benoem je welk gedrag je wel wil zien: je zit rustig op je stoel. Elke stap in de goede richting verdient een compliment van jou. Dus wanneer je kind even stil zit (bv. vijf tellen), geef je een pluim: ‘Knap dat je rustig op je stoel zit’.
Met dikke duimen moedig je je kind aan om leuk gedrag vol te houden. Je hoeft dus niet te wachten tot de eindmeet vooraleer je een compliment geeft. Hoe moeilijker de te leren vaardigheid, hoe meer jouw aanmoediging tussendoor nodig is.
Het lijkt heel eenvoudig: we zien iets en reageren. Actie, reactie. Maar dan onderschatten we de gedachten en gevoelens die zich afspelen voor we reageren. Als er iets gebeurt, interpreteren we dit meteen. We reageren dus niet rechtstreeks op de gebeurtenis. Wat we denken en voelen, kleurt onze reactie. De kleur van onze gevoelens hebben we niet altijd in de hand, die van onze gedachten wel.
Gedachten zijn maar woorden in je hoofd. Deze woorden kan je kiezen. Helpende gedachten zorgen ervoor dat je zoals Dory in "Finding Nemo" blijft verder zwemmen. Het zijn positieve, aanmoedigende woorden die helpen volhouden wanneer het geduld bijna op is. Ze houden donkere gevoelens en de negatieve reacties die ermee samenhangen onder controle.
Helpende gedachten zoek je best tijdens een rustig moment, alleen of samen met iemand. Denk na over een moeilijke situatie. Wat zou je willen bereiken? Dat kan gaan van ‘rustig blijven bij een driftbui van mijn kind’ tot ‘het gezeur naar koekjes negeren’. Kies zorgvuldig de woorden die je tot gedachte formuleert. Wat geeft je weer moed of doet je lachen?
Hoe sterker de positieve gedachte die je kiest, hoe steviger je erop kan focussen wanneer het moeilijk wordt.
Bronnen:
Tekst: Kristina Van Remoortel
Publicatiedatum: juni 2017