Wil je meer weten?
Wil je meer weten?
Hier vind je meer informatie over uiteenlopende thema's zoals belang van het kind, specifieke ondersteuningsbehoeften, nazorg, opvoeding, identiteit en herkomst.
Ouders dragen hun gevoelens, overtuigingen en waarden impliciet en expliciet over op hun kinderen via verbale en non-verbale communicatie. Specifiek wat betreft adoptie blijkt de manier waarop adoptieouders praten over adoptie en de geboortefamilie van hun adoptiekind van invloed te zijn op de ontwikkeling van de adoptieve identiteit van hun kind en diens tevredenheid met de adoptieregeling. In deze Amerikaanse studie onderzoeken Wright en collega's (2024) of het specifieke taalgebruik van adoptieouders verband houdt met hoe geadopteerde jongeren de relatie met hun geboortemoeder beoordelen.
Het netwerk van verwantschap bij adoptie ('adoptive kinship network') is een familiesysteem dat bestaat uit de geadopteerde, de adoptiefamilie en de geboortefamilie. Leden uit dit systeem kunnen in verschillende mate en vormen contact houden met elkaar. Vooral in Westerse landen is er de laatste jaren meer aandacht voor open adoptieregelingen waarbij er contact en communicatie is tussen de verschillende partijen van de adoptiedriehoek.
Onderzoekers wijzen erop dat structurele openheid (= type, frequentie en duur van contact, Brodzinsky, 2006) mogelijk weinig zegt over het welzijn van de betrokkenen. In plaats daarvan kan de subjectieve ervaring van deze relaties belangrijker zijn (Farr & Goldberg, 2015; Grotevant et al., 2011; Lo et al., 2013). Communicatiepatronen zijn daarbij een mogelijke manier om ervaringen in kaart te brengen.
Communicatieve openheid (= open en sensitieve communicatie over adoptie en de bijbehorende gevoelens van adoptieouders met hun adoptiekind, Brodzinsky, 2006) heeft een positieve invloed op de ontwikkeling van geadopteerden. Zo bestaat er een positief verband tussen communicatieve openheid en de wens van de geadopteerde om meer te weten te komen over zijn adoptie en geboortefamilie (Skinner-Drawz et al., 2011), de tevredenheid van de geadopteerde over zijn adoptie (Feast & Howe, 2003) en sociale, emotionele en gedragsmatige aanpassingen bij geadopteerden (Aramburu Alegret et al., 2020; Ranieri et al., 2021; Soares et al., 2017).
Hoewel de positieve impact van communicatieve openheid gekend is, ging er nog minder aandacht naar het specifieke taalgebruik van adoptieouders. Toch is dit interessant om te bekijken. De opvattingen van adoptieouders over adoptie en de geboortefamilie kunnen bewust of onbewust hun taalgebruik vormgeven en zo de gevoelens van het kind en de kijk op zijn verhaal beïnvloeden (Brodzinsky, 2011).
Om het taalgebruik van adoptieouders en de impact ervan op geadopteerden te onderzoeken, werden 156 geadopteerde jongeren (52% vrouw; gemiddelde leeftijd = 15.7 jaar), 173 adoptiemoeders (gemiddelde leeftijd = 47.5 jaar) en 161 adoptievaders (gemiddelde leeftijd = 49.2 jaar) uit 177 adoptiegezinnen geïnterviewd. Deze gezinnen kennen een verschillende mate van structurele openheid met de geboortefamilie. Alle geadopteerden werden als baby geadopteerd (gemiddelde leeftijd bij adoptie = 4 weken) via binnenlandse adoptie in de Verenigde Staten door heteroseksuele koppels met dezelfde etniciteit als het kind (98% wit).
Concreet wil deze studie twee vragen beantwoorden:
Adoptieouders werd gevraagd naar hun gedachten en gevoelens over adoptie in het algemeen, meer bepaald hun relatie met hun adoptiekind en hun ervaringen als adoptiegezin in de samenleving. Daarnaast werd hen gevraagd naar de geboortefamilie van hun kind, meer bepaald hun ervaringen met wel of geen contact, hun opvattingen over structurele openheid en hun verwachtingen voor de toekomstige relatie met de geboortefamilie. De taal die de adoptieouders gebruikten, werd vervolgens geanalyseerd met behulp van de Linguistic Inquiry and Word Count 2015 software (Pennebaker, Booth et al., 2015).
Geadopteerde jongeren werd gevraagd naar hun ervaringen, gevoelens, kennis en attitudes ten aanzien van hun adoptie, adoptie-identiteit, adoptiefamilie en geboorteouders. Om vervolgens zicht te krijgen op hoe zij hun relatie met hun geboortemoeder beoordelen, werden op basis van het interview vijf variabelen gecodeerd: (1) tevredenheid over de mate van structurele openheid, (2) de mate van nieuwsgierigheid naar hun geboortemoeder, (3) de mate van positieve en negatieve gevoelens ten opzichte van hun geboortemoeder en (4) de mate waarin de geadopteerde de relatie met de geboortemoeder als betrouwbaar, veilig en voldoening gevend ervaart.
Statistische analyses werden toegepast om de onderzoeksvragen te beantwoorden.
Wat betreft de eerste onderzoeksvraag blijkt het taalgebruik van adoptieouders te verschillen naargelang ze spreken over adoptie in het algemeen of specifiek over de geboorteouders. Dit ligt in lijn met ander onderzoek waaruit blijkt dat de taal die iemand gebruikt verandert met de gemoedstoestand en de attitudes van een persoon ten opzichte van een bepaald onderwerp of omgeving (Forgas, 1999; Pennebaker et al., 2003; Wang et al., 2016).
Concreet vindt deze studie dat wanneer adoptieouders spreken over de geboortefamilie ze:
in vergelijking met wanneer adoptieouders praten over adoptie in het algemeen.
Deze patronen wijzen erop dat subtiel taalgebruik, zelfs wanneer adoptieouders praten over adoptie en de inclusie van de geboortefamilie, er toe kan leiden dat geboorteouders alsnog onbewust op afstand worden gehouden. Dit kan het gevoel van de geadopteerde om zich verbonden te voelen met beide families belemmeren, terwijl dit belangrijk is voor hun emotionele aanpassing (Kirk, 1964, 1981; Lo et al., 2021). De onderzoekers stellen dat dit aanhoudende taalgebruik een van de voordelen van open adoptie tenietdoet, namelijk het helpen van geadopteerde kinderen en jongeren om de verbinding met beide families te normaliseren en hun identiteit te integreren binnen een breder netwerk van verwantschap (Del Pozo et al., 2018).
Wat betreft de tweede onderzoeksvraag blijken meerdere taalfactoren bij adoptieouders samen voorspellend te zijn voor de gevoelens en gedachten van een geadopteerde over diens geboortemoeder, eerder dan een specifieke taalfactor. Hiermee wordt eerder onderzoek bevestigd dat aantoont dat onbewuste overtuigingen en waarden via taal worden overgedragen (Pirchio et al., 2018; Wang et al., 2020).
Aanvullend wijzen de bevindingen van deze studie op het belang van wie er communiceert:
Concluderend toont deze studie aan dat het niet alleen gaat om wat adoptieouders zeggen over adoptie of de geboortefamilie van hun kind, maar ook dat hun subtiele woordgebruik een invloed heeft op hoe geadopteerden zich voelen ten aanzien van hun geboortemoeder, los van de mate van structurele openheid die er feitelijk is.
De bevindingen uit deze studie benadrukken het belang van vorming voor hulpverleners op vlak van communicatieve openheid. Dit stelt hen in staat om adoptieouders te ondersteunen, niet alleen bij het organiseren van structurele openheid, maar ook bij het ontwikkelen van narratieven die rekening houden met de invloed van subtiele taalpatronen. Professionals kunnen adoptieouders helpen inzien hoe subtiele nuances in taal impliciete boodschappen overbrengen.
Om bij te dragen aan de positieve gevoelens van hun kind over de relatie met de geboortemoeder, kunnen adoptieouders bewust positieve emotiewoorden gebruiken, verbondenheid tonen en negatieve taal vermijden als ze over de geboortefamilie spreken.
Het volledig artikel lees je hier.
*Er zijn verschillende benamingen mogelijk voor de ouders/gezin/familie van herkomst. In lijn met het oorspronkelijke artikel van Wright et al. waarin de term ‘birth family’ wordt gebruikt, kozen wij hier voor de vertaling ‘geboortefamilie’.
Bron: Wright, A. W., Lo, A. Y. H., McGinnis, H., Leslie, C., & Grotevant, H.D (2024). Adoptive parent linguistics: Links to adoptees' relationships with their birth mother. Child & Family Social Work, Feb 12, 2024. doi: 10.1111/cfs.13153
Tekst: Kristien Wouters