Contacteer ons of spring binnen op Raas van Gaverestraat 67b in Gent.

Ontdek onze groepsbegeleidingen, en evenementen.

Het laatste nieuws en interessantste weetjes over de wereld van adoptie.

Ontdek een hulpverlener bij jou in de buurt via deze handige adoptiekaart.

23 mrt
Interview

In 2021 nam MOA vzw (Maatschappelijk Onderzoek voor Adoptie) de fakkel over van het CAW Brussel als nieuwe Dienst voor Maatschappelijk Onderzoek. Wij spraken met Liesbet Denys, coördinator van MOA, en stelden haar enkele vragen. Hoe verloopt zo’n maatschappelijk onderzoek? Waaraan kunnen kandidaat-adoptanten zich verwachten? Welke vragen worden er gesteld? Je leest het in dit interview.

Kan je in het kort de organisatie voorstellen? Wat houdt jullie opdracht/takenpakket precies in?

In de adoptieprocedure zijn wij verantwoordelijk voor het maatschappelijk onderzoek. Wij zijn dus de stap na de voorbereidingscursus bij Steunpunt Adoptie en werken in opdracht van de Familierechtbank.

Zo’n maatschappelijk onderzoek bestaat meestal uit vier gesprekken: twee gesprekken met een psycholoog en twee gesprekken met een maatschappelijk werker. Bij verkorte trajecten voor bijvoorbeeld een tweede adoptie of in het geval van een bijkomend onderzoek kan dit over één of twee gesprekken gaan. Op basis van die gesprekken stelt ons team een advies op, dat de rechter dan gebruikt om gemotiveerd een vonnis te kunnen uitspreken.

Het team van MOA bestaat, naast mijzelf, uit drie maatschappelijk werkers en drie psychologen. Daarnaast werken wij samen met een aantal freelance medewerkers. Het is een mooie mix van verschillende leeftijden, personen met ervaring in de adoptie- en pleegzorgsector én ervaring in andere sectoren.

Wat waren de grootste uitdagingen in de beginperiode van MOA?

Wij zijn een jonge organisatie. We kregen begin 2021 de erkenning van Kind en Gezin om vanaf 1 mei 2021 de nieuwe Dienst voor Maatschappelijk Onderzoek op te starten. 2 mei 2021 was dus onze eerste werkdag. Dat was intensief, want we moesten helemaal van nul beginnen.

We moesten niet alleen heel wat praktische zaken regelen (een locatie, meubels, computers, …), maar gingen ook op zoek naar medewerkers, dachten na over de visie van onze organisatie en hoe we de procedure/gesprekken concreet zouden aanpakken. Enkele van onze nieuwe collega’s werkten voorheen bij het CAW Brussel en brachten dus een heleboel ervaring mee, wat de opstart vergemakkelijkte.

Een grote week na de opstart konden we al beginnen met de eerste gesprekken met kandidaat-adoptanten. Dat was zeker een uitdaging, maar we zijn er met veel enthousiasme voor gegaan en eigenlijk is alles vlot veropen.

Toen in het najaar van 2021 COVID-19 terug de kop op stak, schakelden we vlot over op een online werking. Dat was wennen en vroeg enige flexibiliteit, maar ik heb in die periode vooral veel bereidheid gemerkt van iedereen om samen te werken om alles zo vlot mogelijk te laten verlopen.

Wat kunnen kandidaten doen om zich goed voor te bereiden op de gesprekken? Hebben jullie tips om de stress die verbonden is aan deze stap van de procedure te verlichten?

We raden kandidaten aan om vooral zichzelf te zijn. Het is belangrijk dat kandidaten eerlijk, open en transparant zijn.
We merken dat mensen soms schrik hebben om bepaalde dingen te vertellen waarvan ze vrezen dat die een negatieve impact zullen hebben op het advies. Vaak bereik je daar net het tegenovergestelde mee: we voelen dan tijdens de gesprekken dat er iets wordt achtergehouden, maar we kunnen het niet benoemen en dus ook niet bespreken. Het gaat tenslotte eigenlijk niet om wat je in het verleden hebt meegemaakt, maar om hoe je daarmee omgaat. Zo eerlijk mogelijk zijn helpt je dus het meest vooruit.

Uiteraard is er altijd een beetje een drempel, dat begrijpen we. Het is per definitie onze taak om een advies te geven over de geschiktheid van de kandidaten om te adopteren. Het is normaal dat kandidaten dan wat nerveus zijn, maar onze medewerkers doen er alles aan om een zo veilig mogelijke en warme omgeving te creëren, waardoor die drempel, hoop ik, toch wat kleiner wordt.

Hoe benaderen jullie het polsen naar opvoedingsvaardigheden bij kandidaten die eigenlijk nog geen ervaring hebben met opvoeden?

Het is inderdaad eenvoudiger om te polsen naar opvoedingsvaardigheden bij gezinnen waar er al kinderen aanwezig zijn, maar bij kandidaten die nog geen ervaring hebben met opvoeden gaan we dan aan de slag met situatieschetsen.

Ook als je geen kinderen hebt, kom je met opvoedingssituaties in aanraking. Denk bijvoorbeeld aan situaties bij familie, vrienden, dingen die je ziet in een winkel of op straat,…. Wij proberen dan zoveel mogelijk te polsen naar hoe kandidaten die situaties zelf zouden aanpakken. Wat is hun eerste idee erover? Hoe zouden ze er op reageren? Op die manier laten we kandidaten zich verplaatsen in de ouderrol.

Wat zijn de redenen waarom kandidaat-adoptieouders een negatief advies krijgen?

Dat is erg moeilijk om zo te beantwoorden. Er is nooit één reden, we kijken altijd naar het totaalplaatje. De perfecte ouder bestaat niet; bij iedereen zijn er protectieve factoren (factoren die maken dat je een goede adoptieouder zal worden) en risicofactoren aanwezig.

Wij bekijken dan of de protectieve factoren de risicofactoren voldoende kunnen compenseren om een positief advies te geven. Als er te veel risicofactoren zijn die niet voldoende gecompenseerd worden, geven wij een negatief advies. Zien we echter nog voldoende groeimogelijkheden, dan kunnen we ook een uitstel adviseren om de werkpunten aan te pakken.

Tijdens zo’n maatschappelijk onderzoek polsen we naar ontzettend veel verschillende dingen. Hoe ziet de omgeving en het netwerk van het gezin eruit? Hebben ze contact met adoptiekinderen en -gezinnen? Hoe ziet de relatie tussen de kandidaat-adoptanten eruit? Wat is hun individuele verhaal? Hoe zien de kandidaten de eerste periode na aankomst, hoe beschikbaar zijn ze? Welke verwachtingen hebben ze van een kind? Hoe zouden ze omgaan met racisme en het eventuele verschil tussen culturen? Hoe zouden ze in bepaalde situaties reageren? Welke opvoeding gaan ze geven? Hoe gaan ze het adoptiespecifieke binnen de opvoeding aanpakken en kunnen ze signalen dat het niet goed gaat met hun kind oppikken?

Aan het einde van het maatschappelijk onderzoek bieden wij altijd een adviesgesprek aan. Tijdens zo’n gesprek overlopen we het maatschappelijk onderzoek, verduidelijken we ons advies en staan we stil bij de verschillende factoren. Zo’n gesprek kan echt verhelderend werken en geeft kandidaten de mogelijkheid om zich voor te bereiden op de zitting bij de familierechtbank.

De rechter hoeft ons advies niet te volgen. Als kandidaten kunnen aantonen dat ze intussen aan de slag zijn gegaan met de risicofactoren die wij aanhalen in het verslag, kan het zijn dat de rechter ons advies niet volgt of een uitstel uitspreekt.

Welke plaats krijgen geboorteouders in de gesprekken? Hoe kijken jullie naar mogelijke benamingen van geboorteouders?

De benaming maakt voor ons minder uit, we volgen de woorden die de kandidaten gebruiken en proberen daar zelf niet sturend in te zijn. Wat voor ons veel belangrijker is, is hoe kandidaten reflecteren over de geboorteouders. Welke plek zullen zij krijgen in het leven van hun kind? Is er openheid om over de geboorteouders te praten en contact met hen te zoeken? Hoe denken zij zelf na over de band met de geboorteouders? Dat soort vragen zijn voor ons veel belangrijker dan de termen die kandidaten gebruiken.

Alle partijen in de adoptiedriehoek staan met elkaar in verbinding en nemen een plek in. Kandidaten moeten daarover kunnen reflecteren en de plek van de geboorteouders kunnen erkennen.

Hoe kijken jullie naar de recente evoluties/veranderingen in het adoptielandschap?

Geadopteerden krijgen voor het eerst een volwaardige stem in het debat. Daar ben ik erg blij mee. Ik werk al een hele tijd in de adoptiewereld en ik heb de indruk dat er pas sinds de publicatie van het eindrapport van het expertenpanel écht geluisterd wordt naar geadopteerden.

Wij proberen die inzichten over de bezorgdheden en moeilijkheden die geadopteerden ervaren ook binnen te brengen in het maatschappelijk onderzoek. Denk dan bijvoorbeeld aan racisme, identiteit, de soms moeilijke positie tussen verschillende culturen waar geadopteerden zich in bevinden. Dat zijn onderwerpen die vroeger minder aan bod kwamen en waar we nu sterker op inzetten tijdens de gesprekken. Het is voor ons belangrijk dat kandidaten zich bewust zijn van die onderwerpen en er over nadenken.

Voor meer informatie over MOA vzw kan je terecht op hun website.

Gepost in: Interview

26 sep
Hulpverlener in de kijker
Ann Somers is een hulpverlener op onze adoptiekaart. Zij werkt als klinisch psycholoog in Mortse…
17 sep
Vorming
In oktober organiseren we een nieuwe webinarreeks. Het centrale thema dit najaar is 'identiteit'…
29 aug
Verhaal
Wanneer je meer dan twee ouders hebt Meerouderschap is een belangrijke basisgedachte bij ado…
18 jul
Actueel
Naar aanleiding van de stopzetting van de werking van de interlandelijke adoptiediensten FIAC-Ho…