Yung Fierens, voorzitter van belangengroep CAFE (Critical Adoptees Front Europe), is één van de acht Zuid-Koreaans geadopteerden die onlangs klacht indienden tegen de Belgische Staat en drie adoptiediensten - waaronder Terre des Hommes en Enfants du Monde - wegens wanpraktijken in hun adoptieprocedure.
De aanleiding was een rapport van de Waarheids- en Verzoeningscommissie in Zuid-Korea, die officieel vaststelde dat er mensenrechtenschendingen plaatsvonden bij adopties tussen 1964 en 1999. Hoe beleeft Yung dit proces? En wat wil ze meegeven aan andere geadopteerden die overwegen om juridische stappen te zetten? We vroegen het haar persoonlijk.
Vijf metissen hebben eerder klacht ingediend tegen de Belgische staat, omdat ze als kind zonder toestemming van hun moeders werden weggehaald. Ze kregen in beroep gelijk en de Belgische staat werd veroordeeld tot het betalen van morele schadevergoedingen. Zij zijn dus de voortrekkers geweest. Maar ik denk dat wij de eerste groep van echt interlandelijk geadopteerden zijn — en voorlopig ook de grootste.
We willen hiermee het signaal geven dat betrokkenen hun verantwoordelijkheden moeten opnemen. Het is nu het moment. Het zou al goed kunnen dat veel betrokkenen intussen niet meer leven. Wij zijn van de tweede generatie interlandelijk geadopteerden in België. Er zijn al geadopteerden uit Korea die intussen grootouders zijn.
Ik wil eindelijk al onze documenten. Ik ben ervan overtuigd dat er nog her en der documenten zijn, maar dat men weigert ze te overhandigen.
Ik wil ook tot op het bot uitpluizen wat er in België allemaal verkeerd is gelopen. We weten het nu over Zuid-Korea in detail. Het is bevestigd. Het is officieel. Ik wil ook voor België weten wie er allemaal bij betrokken was: zijn die mensen nog in leven? Hebben zij nog informatie? Hebben zij nog documenten, archieven, foto’s? Dat adoptiediensten en officiële instanties kunnen zeggen van “dat is van ons, dat is ons privébezit”, daar kan ik niet meer mee akkoord gaan.
Daar moet je uiteraard altijd rekening mee houden. Nu ben ik vrij zeker van onze zaak, anders zou ik er ook nooit aan begonnen zijn. Ik heb zelf heel veel bewijs verzameld. We voelen ons ook enorm gesterkt door het rapport van de Zuid-Koreaanse Waarheids- en Verzoeningscommissie. Maar je moet natuurlijk blijven vertrouwen op de rechtsstaat en hoe die gaat oordelen. Dat is altijd afwachten en dat weten alle acht mensen die hieraan deelnemen.
Verder geloof ik in het principe: “wie niet waagt, niet wint”. We praten nu al heel lang als geadopteerden over alle wantoestanden en het gebrek aan nazorg. Het is ook allemaal heel terecht. Maar langs de andere kant moeten wij ook zelf een stukje verantwoordelijkheid opnemen en bepaalde stappen zetten. We kunnen heel ons leven boos blijven op de adoptiedienst. We kunnen heel ons leven smeken om onze adoptiedossiers in te kunnen zien. Maar als het niet werkt moeten we op een bepaald moment iets anders doen.
Het start bij het zoeken van lotgenoten. Dat kan op verschillende manieren: via de verschillende lotgenotengroepen die er al zijn, of via je eigen kring van geadopteerde vrienden en vriendinnen. Als je samen met anderen een rechtszaak wil beginnen moet er ook een gemene deler zijn. Wij hebben bijvoorbeeld bewust gekozen om ons te richten op één land. Met vijf mensen uit verschillende landen en van verschillende adoptiediensten zou dat puur juridisch-technisch al heel ingewikkeld zijn.
Verder kan ik mensen alleen maar aanraden om niet bang te zijn voor een rechtszaak. Het zit niet echt in onze Belgische cultuur om zomaar naar de rechtbank te gaan. In Amerika is dat bijvoorbeeld iets helemaal anders. Daar ga je naar de rechtbank omdat er maar zes citroenen in uw mandje zaten in plaats van zeven. Natuurlijk is een rechtszaak ingrijpend: het kost geld, vraagt veel energie en neemt ruimte in in je leven, zowel emotioneel als praktisch. Als je partner of kinderen er niet achter staan, of je krijgt geen steun van adoptiebroers of -zussen, kan dat leiden tot spanningen of zelfs een breuk binnen de familie. Dan moet je je afvragen: “Sta ik sterk genoeg in mijn schoenen om dit toch te doen?”
Wat je ook eerst altijd eens moet doen, is met een advocaat praten over jouw mogelijkheden. Mensen stellen zich de vraag “maak ik wel een kans, is er wel echt iets illegaals aan mijn adoptie? Ik mag dat misschien wel denken of vermoeden, maar klopt dat ook juridisch-technisch?” Daar kan alleen een advocaat jou bij helpen. Een eerste gesprek bij een advocaat is in principe gratis.
Zeker en vast, en ik begrijp ook dat dat voor iedereen anders is. Ik weet dat er geadopteerden zijn die zulke stappen overwegen maar gewrongen zitten met loyaliteit naar adoptieouders toe bijvoorbeeld. Ik denk dat je jezelf daar ook een stukje in moet bevrijden. Als je wacht tot je adoptieverleden volledig verwerkt is voordat je stappen zet, onderneem je uiteindelijk nooit iets.
Sommige mensen denken dat ik dat allemaal met de vingers in de neus doe. Dat is natuurlijk niet zo. Voor mij is dat ook moeilijk. Maar ik erken wel dat het soms voor mij gemakkelijker is, omdat ik geen adoptieouders meer heb of broers of zussen waarmee de relatie onder druk kan komen te staan, en omdat ik mijn familie heb gevonden in Korea.
Ik kan alleen hopen dat onze rechtszaak mensen een beetje de moed geeft om te beslissen: “Hoe belangrijk is het voor mij om die informatie te weten en om mijn eerste familie te vinden? En als het echt belangrijk is, welke keuzes ben ik dan bereid te maken?”
Gepost in: Interview