21 maart is Internationale Dag tegen Racisme en Discriminatie. Ter ere van deze dag delen we alvast enkele belangrijke inzichten rond dit thema. We geven ook tips over hoe jij kan bijdragen aan een inclusieve samenleving als antiracist.
Racisme is een brede, overkoepelende term met verschillende dimensies (bv. institutioneel, interpersoonlijk, geïnternaliseerd racisme) en diverse uitingsvormen (bv. vooroordelen, stereotypes, microkwetsingen, geweld), soms verwijzend naar een specifiek kenmerk (bv. antisemitisme, anti-Zwart racisme, azianisme).
Er is niet een welomlijnde definitie die alles omvat (Charkaoui, 2019). In haar boek ‘Opgroeien in kleur’ (2021) stelt de Nederlandse professor Judi Mesman dat er grofweg een onderscheid gemaakt kan worden tussen drie typen definities:
Als we deze definities samennemen, kunnen we concluderen dat racisme gaat om een onderscheid tussen mensen op basis van (veronderstelde) raciale kenmerken én dat er sprake is van een ongelijke machtsverhouding die verankerd is in de maatschappij.
Met andere woorden: racisme is maatschappelijke macht in combinatie met raciale vooroordelen (Lodik, 2021).
Hierover wordt veel gediscussieerd, maar het antwoord is ‘neen’.
Zoals voormalig kinderrechtencommissaris Naima Charkaoui schrijft in haar boek ‘Racisme: Over wonden en veerkracht’ (2019) moet er mede sprake zijn van een ongelijke machtsverhouding om te kunnen spreken van racisme in zijn volle betekenis.
Mensen van kleur kunnen uiteraard raciale vooroordelen hebben over witte mensen. Ze missen echter maatschappelijke macht om veel invloed te hebben: ze vormen een minderheidsgroep waardoor hun vooroordelen minder luid klinken, ze zitten minder vaak in de positie om witte mensen kansen te ontzeggen en de vooroordelen tegenover witte mensen zijn niet verankerd in de politieke, sociale, economische en juridische structuren van een maatschappij.
Wanneer witte mensen in het buitenland anders behandeld worden op basis van raciale vooroordelen, dan kan dit vervelend en kwetsend zijn en inderdaad leiden tot ongelijkheid. Charkaoui (2019) stelt ook duidelijk dat pesterijen tegen witte mensen op persoonlijk niveau niet minder erg zijn dan racisme. Het is echter geen 'omgekeerd racisme'.
Het verschil zit in het feit dat racisme in westerse samenlevingen niet alleen gebaseerd is op raciale vooroordelen, maar ook op een geschiedenis van macht die witte mensen structureel bevoordeelt (denk aan toegang tot woning, werk, onderwijs). In andere landen, hoewel er vooroordelen tegen witte mensen kunnen bestaan, zijn de machtsstructuren van dat land niet gebouwd op een historisch systeem dat witte mensen onderdrukt.
Dit gezegd zijnde, is racisme niet alleen een westers fenomeen. Ook in andere delen van de wereld bestaan historische en actuele machtsverhoudingen tussen bevolkingsgroepen waarbij bepaalde etnische of raciale groepen structureel worden bevoordeeld of benadeeld op basis van een hiërarchie.
Professor Mesman (2021) gebruikt hiervoor een simpele analogie die ook jonge kinderen begrijpen.
Stel je voor dat je moet kiezen: wat is erger, een arme persoon die steelt van een rijke of een rijke die steelt van een arme? Of is het even erg?
We kunnen stellen dat stelen nooit oké is (net als raciale vooroordelen), maar we kunnen ook stellen dat de arme persoon veel meer last ondervindt dan de rijke persoon als die bestolen worden. Bovendien kan de arme persoon veel minder doen om wat gestolen is weer terug te verdienen, omdat die maar weinig verdient.
De boodschap is hier niet dat witte mensen rijk zijn en mensen van kleur arm, schrijft Mesman, maar dat wanneer er een machtsverschil is, hetzelfde gedrag een heel andere betekenis en effect krijgt.
Antiracisme betekent dat je racisme, zowel op individueel als institutioneel niveau, (h)erkent en er actief tegen ingaat (Mesman, 2021). Het vraagt om handelen op het moment dat je racisme tegenkomt (Lodik, 2021).
Nee, het is niet genoeg om ‘niet racistisch’ te zijn als je racisme tégen wil gaan. Zoals Desmond Tutu zei: "If you are neutral in situations of injustice, you have chosen the side of the oppressor."
Een passieve houding houdt institutioneel racisme in stand en draagt zo onrechtstreeks bij aan het probleem. Antiracisme vraagt om actie: het bewust bestrijden van racisme in je omgeving (Kendi, 2019).
Ja, zeker! Subtiele of ogenschijnlijk onschuldige vormen van racisme maken het bestaan van de meeste extreme vormen van racisme mogelijk (Lodik, 2021). Daarom is het belangrijk om ook op individueel niveau in te grijpen. Kleine acties kunnen bijdragen aan grote veranderingen.
Als je iemand op een racistische uitspraak of handeling wil aanspreken, kan je de 4G-feedbackmethode gebruiken (gebeurtenis, gevoel, gevolg, gewenst gedrag). Deze is gericht op verandering en zorgt ervoor dat de feedback constructief blijft.
Een voorbeeld:
1. Gebeurtenis - wat gebeurde er concreet?
"Tijdens de lunchpauze zei je dat mensen van [bepaalde etniciteit] [veralgemenende, beledigende term] zijn."
2. Gevoel - hoe voelde je je daarbij?
"Ik voelde me daar ongemakkelijk door, omdat ik vind dat iedereen respectvol behandeld moet worden."
3. Gevolg - welk effect had dit?
"Door die opmerking sloeg de sfeer in de groep om."
4. Gewenst gedrag - wat zou je graag anders zien?
"Ik zou het fijn vinden als je voortaan bewust bent van de impact van zulke uitspraken en ze niet meer doet."
Andere strategieën om iemand te wijzen op een racistische uitspraak of actie zijn:
- Doorvragen om de ander kritisch te laten kijken naar de impact van zijn woorden/daden:
- Educatief reageren om de ander te laten inzien waarom een uitspraak/handeling problematisch is, zonder direct te beschuldigen:
- Humor gebruiken om de ander te laten merken dat een uitspraak/handeling ongepast is, zonder direct in de verdediging te schieten:
- Het persoonlijk maken om de ander te laten inzien dat woorden/acties effect hebben op echte mensen:
- Grenzen stellen om duidelijk te maken dat je het niet oké vindt:
Houd er rekening mee dat je feedback op weerstand kan botsen bij de ontvanger: ‘Ik bedoelde dat niet slecht’, ‘Zo erg is dat toch niet’, ‘Je moet niet zo kwaad worden’, ‘Een mens mag al niets meer zeggen’, 'Niet alles is racisme' …
Dat brengt ons meteen bij de volgende tip!
Het is logisch dat je in de verdediging wil schieten als je op een racistische uitspraak of actie wordt aangesproken. Maar de manier waarop jij reageert als je aangesproken wordt op racisme, laat zien hoe antiracistisch je bent.
Weerhoud je van gaslighting (= psychologische manipulatie waar je de ander doet twijfelen aan diens gezond verstand, bv. ‘Je denkt dat alles racisme is’) en tone policing (= antidebattactiek waarbij je de focus legt op de manier waarop iemand iets zegt in plaats van wat die zegt, bv. ‘Je moet niet zo gepikeerd doen’) (Lodik, 2021).
Luister naar de inhoud en zie het als een kans om iets bij te leren. Zelfs als je er op dat moment niet helemaal mee eens bent.
Mogelijke reacties als antiracist zijn (Lodik, 2021):
En denk aan de uitspraak van Albert Einstein: “The more I learn, the more I realize how much I don’t know.” Fouten maken hoort erbij en het stelt je in staat om het de volgende keer anders aan te pakken.
Woordgebruik evolueert doorheen de tijd. Vaak als reactie op nieuwe inzichten en maatschappelijke veranderingen, en vooral wanneer het om groepen mensen gaat. Soms wordt een nieuw woord bedacht om een term die negatieve connotaties heeft te vervangen, maar raakt ook dat nieuwe woord later weer in onbruik (Mesman, 2021). Denk bijvoorbeeld aan de verschillende benamingen die er zijn geweest voor ouders die (gedwongen) afstand deden van hun kind.
De Inclusieve Woordenlijst van UNIA, de Woordenlijst Inclusief Taalgebruik van de VRT en het Gevoelig Lexicon van De Standaard geven advies over welke woorden je kan gebruiken om bepaalde groepen, mensen of werelddelen aan te duiden.
Daarnaast kunnen sommige uitdrukkingen in de Nederlandse taal, los van de intentie, als kwetsend of ongepast worden ervaren. Vermijd daarom taal die bepaalde bevolkingsgroepen stereotyperen of in een negatieve context plaatsen, zoals Chinese vrijwilliger, spreek ik Chinees?, met alle Chinezen maar niet met den deze, Oost-Indisch doof zijn of roken als een Turk.
Ook uitdrukkingen waarin de kleur zwart een negatieve of criminele lading krijgt, kunnen beter vermeden worden, stelt Unia. Denk aan het zwarte schaap van de familie, de zwarte piet toeschuiven, iemand zwart maken, zwartkijken, zwart geld en zwartrijden. Dit laat zien hoe diepgeworteld bepaalde denkpatronen in onze taal zitten.
Verhalen en nieuwsitems worden vaak gemaakt door witte personen vanuit een wit perspectief. Hoewel mensen van kleur steeds vaker op het scherm verschijnen, blijft hun representatie beperkt in zowel schermtijd als thema’s, en wordt het verhaal vaak verteld vanuit een wit hoofdpersonage. Denk aan films zoals 'The Blind Side' en 'The Help', waarin mensen van kleur centraal staan, maar het verhaal vooral door een wit personage wordt gestuurd.
Dichter bij huis archiveert en analyseert Het Elektronisch Nieuwsarchief (ENA) van de Universiteit Antwerpen sinds 2003 alle nieuwsuitzendingen van 19 uur van VRT en VTM. ENA stelde vast dat de spreektijd van personen van kleur in het nieuws op beide omroepen laag is met 6 à 7 procent, terwijl ongeveer 16 procent van de Vlaamse bevolking bestaat uit personen met een afkomst buiten de EU. Bovendien komen personen van kleur vooral aan het woord als burger en zelden in de functie van politicus, expert of middenveld. Tenslotte ging het ENA na over welke thema’s het nieuwsitem gaat waarin personen van kleur aan het woord komen. Enkele stereotype thema’s zoals migratie, rechten en vrijheden, godsdienst en oorlog scoorden duidelijk hoger.
Wees dus kritisch op de media die je consumeert. Kijk bij voorkeur naar dingen waar er representatie is voor en achter de schermen. Zo krijg je een breder en genuanceerder beeld van de wereld.
Microkwetsingen zijn kleine, alledaagse, soms heel subtiele vormen van racisme (Charkaoui, 2019). Het kan zowel om uitspraken als gedrag gaan. In de term 'microkwetsingen' staat de ervaring van de slachtoffers centraal. Ze worden echter ook 'microagressies' genoemd, waarbij de focus meer ligt op de (intentie van) dader.
Voorbeelden van microkwetsingen zijn:
Microkwetsingen zijn vaak niet slecht bedoeld en lijken onschuldig. Ook de uitdrukkingen in onze vierde tip kunnen beschouwd worden als microkwetsingen. Opgeteld kunnen ze echter een grote impact hebben op de persoonlijke ontwikkeling. Ze vormen voor de ontvanger telkens een bevestiging dat men er niet bijhoort. Het is een subtiele vorm van uitsluiting (Charkaoui, 2019).
Meer weten? Er is heel wat interessants te lezen en vinden over (anti)racisme.
Voor dit artikel lieten wij ons alvast inspireren door:
Deze boeken zijn te ontlenen in ongeveer elke bib in Vlaanderen en Brussel!
Tekst: Kristien Wouters
Gepost in: Racisme