Contacteer ons of spring binnen op Raas van Gaverestraat 67b in Gent.

Ontdek onze groepsbegeleidingen, en evenementen.

Het laatste nieuws en interessantste weetjes over de wereld van adoptie.

Ontdek een hulpverlener bij jou in de buurt via deze handige adoptiekaart.

18 mei
Zo doe je dat

Het levensverhaal van een kind kan je vergelijken met een lint. Bij kinderen die opgroeien bij hun biologische ouders loopt het lint mooi door, met hier en daar misschien eens een kleine verkleuring. Bij adoptiekinderen daarentegen is het lint een bonte aaneenschakeling van doorgeknipte stukjes, die aan elkaar geknoopt worden en samen een levensverhaal vormen.

Elk stukje staat symbool voor een deel van zijn prille levensverhaal: een stukje lint voor zijn geboorteouders, een stukje lint voor het weeshuis, een stukje lint voor zijn adoptieouders, enzovoort…

Samen met je kind zijn levensverhaal opbouwen door ‘life story work’

Aan de hand van ‘life story work’ kan je je kind helpen ‘knopen’ te maken of de ‘losgegane knopen’ te herstellen. Deze techniek is ontwikkeld om tegemoet te komen aan de noden van kinderen die gescheiden werden van hun geboortefamilie door adoptie of langdurige pleegzorg.

De drie belangrijkste elementen zijn:

  1. Het verzamelen van betekenisvolle objecten, foto’s en herinneringen.
  2. Het creëren van een geschreven verhaal, dat verklaring kan bieden over de redenen van de verschillende transities die het kind heeft meegemaakt en indien mogelijk informatie geeft over de verschillende leden van de geboortefamilie.
  3. Het communiceren van dit verhaal aan het kind op een betekenisvolle manier.

Life story work is een proces. Sommige kinderen kunnen actief betrokken worden in dit proces, anderen zullen afhangen van hun vertrouwde figuren om het voor hen te doen tot ze actief kunnen betrokken worden.

Door het interactief karakter beleven en herbeleven de kinderen de gebeurtenissen en kunnen ze nieuwe betekenissen zoeken. Het uiteindelijke verhaal reflecteert op die manier de ervaringen van het kind.

Om een levensverhaal te kunnen opbouwen is het van uiterst belang dat je als ouder het vertelproces zo vroeg mogelijk op gang brengt, rekening houdend met de cognitieve ontwikkeling en emotionele ontwikkeling van je kind.

Fase 1 - basisveiligheid en toevertrouwen

In de eerste periode na adoptie moet een kind zich veilig gaan voelen.  Dit betekent dat het kind ervaart dat er op zijn signalen wordt gereageerd op een voorspelbare en duidelijke manier waardoor hij wordt uitgenodigd om zelf ook signalen uit te zenden.  Zo ontstaat regulatie en basisveiligheid.  Voorspelbaarheid en continuïteit van de zorgfiguren is in deze fase een sleutelbegrip.

Vandaar dat in de eerste periode na de adoptie het vertelproces over adoptie, biologische ouders en afstand, veilig(nabij), duidelijk en voorspelbaar moet zijn.  Adoptieouders moeten signalen van verdriet, paniek, onduidelijkheid van hun kind ontvangen en hun kind vooral veiligheid bieden.  Kinderen zijn in deze fase gevoelig voor bekende geuren en geluiden maar vooral ook voor stress die de vertrouwde figuur zelf ervaart en laat zien.

De toon wordt hier dus gezet, wordt er over afstand, adoptie en biologische ouders op een veilige, consistente en vriendelijke manier gepraat, dan zal later dit gevoel overheersen.  Roept het hele gebeuren stress op dan blijft dit gevoel domineren.

Fase 2 - Zelfvertrouwen

In de tweede fase van de emotionele ontwikkeling zal een kind zich hebben toevertrouwd aan zijn zorgfiguren en stilletjes aan beginnen op exploratie uitgaan waarbij hij aftoetst of de vertrouwde figuur, dichtbij  of steeds verder af, volgt en ondersteunt. Aanmoediging, kiekeboe en verstopspelletjes, benoemen in ‘jij-boodschappen’ (jij pakt een autootje, jij bent wat verdrietig) zijn sleutelbegrippen.

Vandaar dat in het vertelproces, de vertrouwde figuur als veilige haven, om steeds op terug te vallen extra belangrijk wordt. Blijven de adoptieouders een stevige brug of wordt de brug omvergeblazen als er verdriet is of vragen worden gesteld.

Fase 3 - Zelfstandigheid

In deze fase van de emotionele ontwikkeling zal een kind zelfstandigheid gaan opbouwen: hij voelt zich veilig bij de figuren aan wie hij zich heeft toevertrouwd, durft op exploratie uit te gaan en weet dat hij op hen kan terugvallen als het nodig is.  Het ik-besef ontstaat als een onafhankelijk persoontje dat dingen zelf kan gaan uitproberen. 

Duidelijke grenzen en regels, ‘jij- en ik boodschappen’ zijn de sleutelbegrippen. (Jij pakt een autootje, ik ben benieuwd of je het naar me toe kan rijden, jij bent verdrietig, ik vind het ook verdrietig als je weent.)

In het vertelproces moet er dus heel wat aandacht zijn voor wat het kind denkt, voelt en wil, aangevuld met wat de vertrouwde persoon daarover denkt, voelt en wil.

Daarbij mag je niet vergeten dat het kind nog zeer egocentrisch en magisch denkt: wat hij denkt, voelt en wil, is voor hem wat de ander ook denkt, voelt en wil. Hij is ervan overtuigd dat hij allerlei dingen kan veroorzaken. Adoptieouders moeten hier alert voor zijn.  Het kind of zijn gedrag is niet de oorzaak van het afgestaan zijn.  

Een geloofwaardig levensboek maken

De kern van goed ‘life story work’ is de creativiteit en het unieke proces waarin het verhaal van het kind wordt geconstrueerd. Kinderen kunnen op veel manieren bij dit proces betrokken worden door te vertellen, te tekenen, op te schrijven, maar ook door te spelen

Je kind is op deze manier een actieve participant in het exploreren en betekenis geven in plaats van een passieve ontvanger van je eigen invulling van het verhaal. De rol van de ouder of vertrouwenspersoon is dan de veiligheid creëren om de informatie op te nemen en misschien een andere bril aanreiken om naar de gebeurtenissen te kijken, nu en in de toekomst.

Het verhaal in het adoptiedossier kan gezien worden als een opeenvolging van gebeurtenissen die geleid heeft tot adoptie, zeg maar het geraamte. Maar het zijn de ervaringen die het kind heeft meegemaakt, die het verhaal tot leven wekken. Het is het kind die de gebeurtenissen heeft meegemaakt en de taak heeft om deze te begrijpen en te herbegrijpen.

Een ‘Life story boek’ waarin vele stemmen een plekje krijgen zal in de toekomst geloofwaardiger overkomen. Er zijn geen simpele antwoorden op de dilemma’s waar we in dit proces mee geconfronteerd worden.  Wanneer we dit belangrijke maar ook gevoelige werk doen is het belangrijk dat we stilstaan bij de macht die we daar als volwassene in hebben terwijl we de verhalen van verlies en verdriet vertellen en hervertellen.  We moeten respect hebben voor de verschillende manieren waarop de gebeurtenissen die geleid hebben tot afstand en adoptie worden geïnterpreteerd en de nederigheid hebben om te erkennen dat ons huidig systeem beperkte antwoorden heeft op de vraagstukken van armoede, verwaarlozing en mishandeling.

Meer weten?

Renée Wolfs heeft in haar boek ‘Wereldkind’ zeer uitgebreid en in detail beschreven hoe dit vertelproces kan worden opgebouwd met zeer veel aandacht voor de cognitieve ontwikkeling en de communicatiestijl die ouders kunnen hanteren.

Monique Weustink maakte een werkboekje ‘Dit ben ik’. In dit boekje kunnen kinderen op een laagdrempelige manier vragen beantwoorden over hun adoptie en identiteit. Het is hun eigen verhaal, zij hebben hierover de regie. Het boekje bevat onder meer creatieve opdrachten zoals het maken van een vingerafdruk, een zelfportret en meer.

Deze tekst is een samenvatting van de tekst ‘Openheid vs geslotenheid’

Gepost in: Zo doe je dat

25 apr
Verhaal
Wanneer je meer dan twee ouders hebt Meerouderschap is een belangrijke basisgedachte bij ado…
15 apr
Hulpverlener in de kijker
Laetitia Lebbe is een hulpverlener op onze adoptiekaart. Zij werkt als beeldend therapeut met ki…
29 mrt
Verslag
Benieuwd naar onze werking? Het jaarverslag van Steunpunt Adoptie 2023 is af! In het jaarverslag…
28 mrt
Verhaal
Wanneer je meer dan twee ouders hebt Meerouderschap is een belangrijke basisgedachte bij ado…